ctl – -Translation – Keybot Dictionary

Spacer TTN Translation Network TTN TTN Login Deutsch Français Spacer Help
Source Languages Target Languages
Keybot 20 Results  www.uantwerpen.be
  Research - University o...  
Development and evaluation of a new vaccination methodology for improvement of CTL-responses against the apicomplexan parasite Theileria parva, using antigens fused to hsp chaperones.
Ontwikkeling en evaluatie van een nieuwe accinatiemethodologie voor een verbeterde CTL-opwekking tegenover de apicomplexa parasiet Theileria parva door middel van antigenen gefusioneerd met hsp chaperones.
  Research - University o...  
Our strategy will be to increase the immunogenicity of leukemia cells by loading them with TLR ligands whether or not in combination with transient transfection of immune-stimulating factors in order to trigger DC and NK activation for subsequent cross-priming of Thl/CTL cells.
In dit project willen we, in een model van acute myeloïde leukemie (AML), de cellulaire en moleculaire determinanten onderzoeken voor een optimale activatie van Th1-gepolariseerde DC (DC 1 NK). Daarbij spitst het onderzoek zich toe op strategieën om de immunogeniciteit van TC te verbeteren en DC meer immuunstimulerend te maken door interactie met componenten van het innate immuunsysteem.
  Research - University o...  
The aim of this project is to evaluate three different kind of HSP as carriers for antigens and to test whether they are potent enough to induce a strong and efficient immune reaction within a mammalian model along with an increased CTL respons against the protozoan parasite T. parva.
Dit onderzoek beoogt het uittesten van drie verschillende HSPs als dragermolecule voor antigenen en van hun vermogen om in een zoogdiermodel een sterke en efficiënte immuunreactie te induceren met een verhoogde CTL-respons tegen de protozoaire parasiet T. parva. Het mHSP70 (mycobacteriële HSP70) zal gebruikt worden als controle, omwille van de beschikbaarheid van vele literatuurgegevens als meest gebruikte fusieproteïne. Het bHSP70 (het HSP70 van Bos taurus) zal gebruikt worden om de hypothese na te gaan of specifieke gastheer chaperones de CTL-reactie gunstig kunnen beïnvloeden en het tHSP90 (HSP90 van T. parva) omwille van het feit dat deze als één van de T. parva CTL inducerende antigenen werd geïdentificeerd (E. Taracha, persoonlijke communicatie). Daarbij zal ook kwantitatief nagegaan worden of hun mogelijkheid tot 'cross-presentation', naast de cytosolische MHC-I presentatie, de immunologische reactie zal versterken.
  Research - University o...  
The aim of this project is to evaluate three different kind of HSP as carriers for antigens and to test whether they are potent enough to induce a strong and efficient immune reaction within a mammalian model along with an increased CTL respons against the protozoan parasite T. parva.
Dit onderzoek beoogt het uittesten van drie verschillende HSPs als dragermolecule voor antigenen en van hun vermogen om in een zoogdiermodel een sterke en efficiënte immuunreactie te induceren met een verhoogde CTL-respons tegen de protozoaire parasiet T. parva. Het mHSP70 (mycobacteriële HSP70) zal gebruikt worden als controle, omwille van de beschikbaarheid van vele literatuurgegevens als meest gebruikte fusieproteïne. Het bHSP70 (het HSP70 van Bos taurus) zal gebruikt worden om de hypothese na te gaan of specifieke gastheer chaperones de CTL-reactie gunstig kunnen beïnvloeden en het tHSP90 (HSP90 van T. parva) omwille van het feit dat deze als één van de T. parva CTL inducerende antigenen werd geïdentificeerd (E. Taracha, persoonlijke communicatie). Daarbij zal ook kwantitatief nagegaan worden of hun mogelijkheid tot 'cross-presentation', naast de cytosolische MHC-I presentatie, de immunologische reactie zal versterken.
  Research - University o...  
Moreover, this method permits us to study the role of HIV-specific CD4+ Th1 cells at the induction and sustaining of a HIV-specific CTL effector response in vitro, at which CTL-mediated lysis of infected cells and eradication of the virus can be set as an endpoint.
Het doel van onderzoek is nagaan of transfectie van dendritische cellen (DC) met mRNA dat codeert voor HIV antigenen kan gebruikt worden voor de inductie van een HIV-specifieke cellulaire immuunrespons in vitro. Daartoe zal worden onderzocht of transfectie van autologe DC met mRNA coderend voor HIV antigenen aangewend kan worden voor inductie van primaire of geheugen cytotoxische T-lymfocyten (CTL) respons. Deze techniek kan aldus leiden tot een gangbare therapie ter herstel van de cellulaire immuniteit van HIV geïnfecteerde patiënten.
  Research - University o...  
The aim of this project is to evaluate three different kind of HSP as carriers for antigens and to test whether they are potent enough to induce a strong and efficient immune reaction within a mammalian model along with an increased CTL respons against the protozoan parasite T. parva.
Dit onderzoek beoogt het uittesten van drie verschillende HSPs als dragermolecule voor antigenen en van hun vermogen om in een zoogdiermodel een sterke en efficiënte immuunreactie te induceren met een verhoogde CTL-respons tegen de protozoaire parasiet T. parva. Het mHSP70 (mycobacteriële HSP70) zal gebruikt worden als controle, omwille van de beschikbaarheid van vele literatuurgegevens als meest gebruikte fusieproteïne. Het bHSP70 (het HSP70 van Bos taurus) zal gebruikt worden om de hypothese na te gaan of specifieke gastheer chaperones de CTL-reactie gunstig kunnen beïnvloeden en het tHSP90 (HSP90 van T. parva) omwille van het feit dat deze als één van de T. parva CTL inducerende antigenen werd geïdentificeerd (E. Taracha, persoonlijke communicatie). Daarbij zal ook kwantitatief nagegaan worden of hun mogelijkheid tot 'cross-presentation', naast de cytosolische MHC-I presentatie, de immunologische reactie zal versterken.
  Research - University o...  
The aim of this project is to evaluate three different kind of HSP as carriers for antigens and to test whether they are potent enough to induce a strong and efficient immune reaction within a mammalian model along with an increased CTL respons against the protozoan parasite T. parva.
Dit onderzoek beoogt het uittesten van drie verschillende HSPs als dragermolecule voor antigenen en van hun vermogen om in een zoogdiermodel een sterke en efficiënte immuunreactie te induceren met een verhoogde CTL-respons tegen de protozoaire parasiet T. parva. Het mHSP70 (mycobacteriële HSP70) zal gebruikt worden als controle, omwille van de beschikbaarheid van vele literatuurgegevens als meest gebruikte fusieproteïne. Het bHSP70 (het HSP70 van Bos taurus) zal gebruikt worden om de hypothese na te gaan of specifieke gastheer chaperones de CTL-reactie gunstig kunnen beïnvloeden en het tHSP90 (HSP90 van T. parva) omwille van het feit dat deze als één van de T. parva CTL inducerende antigenen werd geïdentificeerd (E. Taracha, persoonlijke communicatie). Daarbij zal ook kwantitatief nagegaan worden of hun mogelijkheid tot 'cross-presentation', naast de cytosolische MHC-I presentatie, de immunologische reactie zal versterken.
  Research - University o...  
The aim of this project is to evaluate three different kind of HSP as carriers for antigens and to test whether they are potent enough to induce a strong and efficient immune reaction within a mammalian model along with an increased CTL respons against the protozoan parasite T. parva.
Dit onderzoek beoogt het uittesten van drie verschillende HSPs als dragermolecule voor antigenen en van hun vermogen om in een zoogdiermodel een sterke en efficiënte immuunreactie te induceren met een verhoogde CTL-respons tegen de protozoaire parasiet T. parva. Het mHSP70 (mycobacteriële HSP70) zal gebruikt worden als controle, omwille van de beschikbaarheid van vele literatuurgegevens als meest gebruikte fusieproteïne. Het bHSP70 (het HSP70 van Bos taurus) zal gebruikt worden om de hypothese na te gaan of specifieke gastheer chaperones de CTL-reactie gunstig kunnen beïnvloeden en het tHSP90 (HSP90 van T. parva) omwille van het feit dat deze als één van de T. parva CTL inducerende antigenen werd geïdentificeerd (E. Taracha, persoonlijke communicatie). Daarbij zal ook kwantitatief nagegaan worden of hun mogelijkheid tot 'cross-presentation', naast de cytosolische MHC-I presentatie, de immunologische reactie zal versterken.
  Research - University o...  
The aim of this project is to evaluate three different kind of HSP as carriers for antigens and to test whether they are potent enough to induce a strong and efficient immune reaction within a mammalian model along with an increased CTL respons against the protozoan parasite T. parva.
Dit onderzoek beoogt het uittesten van drie verschillende HSPs als dragermolecule voor antigenen en van hun vermogen om in een zoogdiermodel een sterke en efficiënte immuunreactie te induceren met een verhoogde CTL-respons tegen de protozoaire parasiet T. parva. Het mHSP70 (mycobacteriële HSP70) zal gebruikt worden als controle, omwille van de beschikbaarheid van vele literatuurgegevens als meest gebruikte fusieproteïne. Het bHSP70 (het HSP70 van Bos taurus) zal gebruikt worden om de hypothese na te gaan of specifieke gastheer chaperones de CTL-reactie gunstig kunnen beïnvloeden en het tHSP90 (HSP90 van T. parva) omwille van het feit dat deze als één van de T. parva CTL inducerende antigenen werd geïdentificeerd (E. Taracha, persoonlijke communicatie). Daarbij zal ook kwantitatief nagegaan worden of hun mogelijkheid tot 'cross-presentation', naast de cytosolische MHC-I presentatie, de immunologische reactie zal versterken.
  Research - University o...  
Moreover, this method permits us to study the role of HIV-specific CD4+ Th1 cells at the induction and sustaining of a HIV-specific CTL effector response in vitro, at which CTL-mediated lysis of infected cells and eradication of the virus can be set as an endpoint.
Het doel van onderzoek is nagaan of transfectie van dendritische cellen (DC) met mRNA dat codeert voor HIV antigenen kan gebruikt worden voor de inductie van een HIV-specifieke cellulaire immuunrespons in vitro. Daartoe zal worden onderzocht of transfectie van autologe DC met mRNA coderend voor HIV antigenen aangewend kan worden voor inductie van primaire of geheugen cytotoxische T-lymfocyten (CTL) respons. Deze techniek kan aldus leiden tot een gangbare therapie ter herstel van de cellulaire immuniteit van HIV geïnfecteerde patiënten.
  Research - University o...  
It has been shown that HIV-1 seropositive patients without disease progression exhibit a strong HIV-specific CD4+ and CD8+ T-cell immunity. Moreover, even HIV-specific CD8+ cytototoxic T-lymphocytes (CTL) can be observed in HIV-1 patients with a progressive disease course.
Bij HIV-seropositieve personen zonder ziekteprogressie is er een sterke HIV-specifieke CD4+ en CD8+ T-celimmuniteit. Anderzijds worden bij personen met een progressief ziekteverloop ook HIV-specifieke CD8+ cytotoxische T-lymfocyten (CTL) aangetoond, maar deze cellen blijken functioneel deficiënt. Dit suggereert dat het kwalitatief verbeteren en versterken van T celresponsen gericht tegen HIV het ziekteverloop gunstig zou kunnen beïnvloeden. De huidige schema's van `highly active anti-retroviral therapy' (HAART) onderdrukken virale replicatie, maar er is geen volledige viruseradicatie. Bovendien vermindert HAART de anti-HIV CTL respons en ziet men geen complete reconstitutie van HIV-specifieke CD4+ T-helpercellen. Het opwekken van een sterke cellulaire immuunrespons gericht tegen de regulatorische HIV virus eiwitten Tat en Rev zou van bijzonder belang kunnen zijn voor de viruseliminatie. Het hoofddoel van dit project is dan ook de ex vivo sensitisatie van T cellen van HAART patiënten via het opladen van autologe monocyt-afgeleide dendritische cellen (Mo-DC) met het mRNA coderend voor de regulatorische Tat en Rev eiwitten alleen of in combinatie met het structurele Gag eiwit. Hierbij zijn we niet alleen geïnteresseerd in de inductie van CD8+ HIV-specifieke CTL, maar ook in de specifieke conditionering van DCs voor de activatie van CD4+ T helpercellen die de anti-HIV CTL respons in de hand kunnen werken of versterken. Ruime ervaring werd reeds opgedaan met het in vitro kweken van dendritische cellen, alsook met de electroporatie transfectietechniek die gebruikt zal worden voor het opladen van de bekomen dendritische cellen met HIV-1 mRNA. In dit project willen we dan ook aantonen dat het opwekken en/of versterken van een cellulaire immuunrespons tegen de vroeg tot expressie komende HIV eiwitten Tat en Rev een sleutelrol speelt in de ontwikkeling van een HIV immunotherapie.
  Research - University o...  
It has been shown that HIV-1 seropositive patients without disease progression exhibit a strong HIV-specific CD4+ and CD8+ T-cell immunity. Moreover, even HIV-specific CD8+ cytototoxic T-lymphocytes (CTL) can be observed in HIV-1 patients with a progressive disease course.
Bij HIV-seropositieve personen zonder ziekteprogressie is er een sterke HIV-specifieke CD4+ en CD8+ T-celimmuniteit. Anderzijds worden bij personen met een progressief ziekteverloop ook HIV-specifieke CD8+ cytotoxische T-lymfocyten (CTL) aangetoond, maar deze cellen blijken functioneel deficiënt. Dit suggereert dat het kwalitatief verbeteren en versterken van T celresponsen gericht tegen HIV het ziekteverloop gunstig zou kunnen beïnvloeden. De huidige schema's van `highly active anti-retroviral therapy' (HAART) onderdrukken virale replicatie, maar er is geen volledige viruseradicatie. Bovendien vermindert HAART de anti-HIV CTL respons en ziet men geen complete reconstitutie van HIV-specifieke CD4+ T-helpercellen. Het opwekken van een sterke cellulaire immuunrespons gericht tegen de regulatorische HIV virus eiwitten Tat en Rev zou van bijzonder belang kunnen zijn voor de viruseliminatie. Het hoofddoel van dit project is dan ook de ex vivo sensitisatie van T cellen van HAART patiënten via het opladen van autologe monocyt-afgeleide dendritische cellen (Mo-DC) met het mRNA coderend voor de regulatorische Tat en Rev eiwitten alleen of in combinatie met het structurele Gag eiwit. Hierbij zijn we niet alleen geïnteresseerd in de inductie van CD8+ HIV-specifieke CTL, maar ook in de specifieke conditionering van DCs voor de activatie van CD4+ T helpercellen die de anti-HIV CTL respons in de hand kunnen werken of versterken. Ruime ervaring werd reeds opgedaan met het in vitro kweken van dendritische cellen, alsook met de electroporatie transfectietechniek die gebruikt zal worden voor het opladen van de bekomen dendritische cellen met HIV-1 mRNA. In dit project willen we dan ook aantonen dat het opwekken en/of versterken van een cellulaire immuunrespons tegen de vroeg tot expressie komende HIV eiwitten Tat en Rev een sleutelrol speelt in de ontwikkeling van een HIV immunotherapie.
  Research - University o...  
It has been shown that HIV-1 seropositive patients without disease progression exhibit a strong HIV-specific CD4+ and CD8+ T-cell immunity. Moreover, even HIV-specific CD8+ cytototoxic T-lymphocytes (CTL) can be observed in HIV-1 patients with a progressive disease course.
Bij HIV-seropositieve personen zonder ziekteprogressie is er een sterke HIV-specifieke CD4+ en CD8+ T-celimmuniteit. Anderzijds worden bij personen met een progressief ziekteverloop ook HIV-specifieke CD8+ cytotoxische T-lymfocyten (CTL) aangetoond, maar deze cellen blijken functioneel deficiënt. Dit suggereert dat het kwalitatief verbeteren en versterken van T celresponsen gericht tegen HIV het ziekteverloop gunstig zou kunnen beïnvloeden. De huidige schema's van `highly active anti-retroviral therapy' (HAART) onderdrukken virale replicatie, maar er is geen volledige viruseradicatie. Bovendien vermindert HAART de anti-HIV CTL respons en ziet men geen complete reconstitutie van HIV-specifieke CD4+ T-helpercellen. Het opwekken van een sterke cellulaire immuunrespons gericht tegen de regulatorische HIV virus eiwitten Tat en Rev zou van bijzonder belang kunnen zijn voor de viruseliminatie. Het hoofddoel van dit project is dan ook de ex vivo sensitisatie van T cellen van HAART patiënten via het opladen van autologe monocyt-afgeleide dendritische cellen (Mo-DC) met het mRNA coderend voor de regulatorische Tat en Rev eiwitten alleen of in combinatie met het structurele Gag eiwit. Hierbij zijn we niet alleen geïnteresseerd in de inductie van CD8+ HIV-specifieke CTL, maar ook in de specifieke conditionering van DCs voor de activatie van CD4+ T helpercellen die de anti-HIV CTL respons in de hand kunnen werken of versterken. Ruime ervaring werd reeds opgedaan met het in vitro kweken van dendritische cellen, alsook met de electroporatie transfectietechniek die gebruikt zal worden voor het opladen van de bekomen dendritische cellen met HIV-1 mRNA. In dit project willen we dan ook aantonen dat het opwekken en/of versterken van een cellulaire immuunrespons tegen de vroeg tot expressie komende HIV eiwitten Tat en Rev een sleutelrol speelt in de ontwikkeling van een HIV immunotherapie.
  Research - University o...  
DC form a specialized network of antigen-capturing and antigen-presenting cells throughout the human body and DC can specifically activate naïve or quiescent CD4+ helper T cells and CD8+ cytotoxic T cells (CTL).
Klassiek worden acute leukemieën (AL) behandeld met o.a. chemo- en radiotherapie. Deze behandelingsmethoden brengen echter verschillende nadelen met zich mee, waaronder de onvoldoende respons op de therapie en verschillende ernstige neveneffecten, zoals de toxiciteit en de aspecifieke werking waardoor ook normale weefsels worden aangetast. Daarom is het nodig om naar een alternatieve behandelingswijze te zoeken. Momenteel vormt de sensibilisering van menselijke dendritische cellen (DC) met tumorantigenen voor het opwekken van anti-tumor immuniteit een 'hot topic' in de experimentele actieve specifieke immunotherapie (ASI). Het doel van dit project is dan ook te onderzoeken of het mogelijk is om DC, gemodificeerd met acute leukemie-geassocieerde antigenen, te gebruiken voor de inductie van primaire leukemie-specifieke T-cellen. De generatie van een cellulaire anti-tumor immuunrespons impliceert de activatie van CD8+ T-cellen. Naïeve CD8+ cytotoxische T-lymfocyten (CTL) kunnen enkel door DC `opgeleid' worden voor een bepaald tumorantigeen, waarna ze hun effector cytotoxische functie verkrijgen om tumorcellen te vernietigen. Hiervoor zullen myeloïde DC (DC1) van zowel gezonde donoren als acute leukemie patiënten worden opgeladen met het Wilms' tumor genproduct WT1, dat tot overexpressie komt in vrijwel alle acute leukemieën, via transfectie met WT1-mRNA. In een latere fase kunnen ook andere ladingsmethoden worden getest, bv. fagocytose van apoptotische WT1+ acute leukemische cellen, fusiehybriden van DC en WT1+ acute leukemische cellen d.m.v. elektrofusie en differentiatie van WT1+ acute leukemische cellen tot DC. Deze gesensibiliseerde DC zullen dan vergeleken worden in hun capaciteit om in vitro autologe WT1-specifieke CTL te activeren. De resultaten van deze experimenten hebben tot doel de modaliteiten te bepalen voor de ontwikkeling van een DC-gebaseerd kankervaccin voor acute myeloïde leukemie (AML) en acute lymfoblastische leukemie (ALL) en bovendien vertaalbaar te maken naar andere kankers die positief zijn voor WT1 genproduct. Anderzijds is er momenteel veel interesse in een ander DC type (DC2 genoemd) waarvan de precursoren (pDC2) geïdentificeerd zijn als dé interferon-?/? producerende cellen van het bloed welke een belangrijke rol vervullen in de eerstelijnsdefensie tegen virussen en tumoren. Alhoewel wordt aangenomen dat deze DC2 vooral een tolerogene rol vervullen in het immuunsysteem t.g.v. hun preferentiële activatie van T helper type 2 cellen
  Research - University o...  
DC form a specialized network of antigen-capturing and antigen-presenting cells throughout the human body and DC can specifically activate naïve or quiescent CD4+ helper T cells and CD8+ cytotoxic T cells (CTL).
Klassiek worden acute leukemieën (AL) behandeld met o.a. chemo- en radiotherapie. Deze behandelingsmethoden brengen echter verschillende nadelen met zich mee, waaronder de onvoldoende respons op de therapie en verschillende ernstige neveneffecten, zoals de toxiciteit en de aspecifieke werking waardoor ook normale weefsels worden aangetast. Daarom is het nodig om naar een alternatieve behandelingswijze te zoeken. Momenteel vormt de sensibilisering van menselijke dendritische cellen (DC) met tumorantigenen voor het opwekken van anti-tumor immuniteit een 'hot topic' in de experimentele actieve specifieke immunotherapie (ASI). Het doel van dit project is dan ook te onderzoeken of het mogelijk is om DC, gemodificeerd met acute leukemie-geassocieerde antigenen, te gebruiken voor de inductie van primaire leukemie-specifieke T-cellen. De generatie van een cellulaire anti-tumor immuunrespons impliceert de activatie van CD8+ T-cellen. Naïeve CD8+ cytotoxische T-lymfocyten (CTL) kunnen enkel door DC `opgeleid' worden voor een bepaald tumorantigeen, waarna ze hun effector cytotoxische functie verkrijgen om tumorcellen te vernietigen. Hiervoor zullen myeloïde DC (DC1) van zowel gezonde donoren als acute leukemie patiënten worden opgeladen met het Wilms' tumor genproduct WT1, dat tot overexpressie komt in vrijwel alle acute leukemieën, via transfectie met WT1-mRNA. In een latere fase kunnen ook andere ladingsmethoden worden getest, bv. fagocytose van apoptotische WT1+ acute leukemische cellen, fusiehybriden van DC en WT1+ acute leukemische cellen d.m.v. elektrofusie en differentiatie van WT1+ acute leukemische cellen tot DC. Deze gesensibiliseerde DC zullen dan vergeleken worden in hun capaciteit om in vitro autologe WT1-specifieke CTL te activeren. De resultaten van deze experimenten hebben tot doel de modaliteiten te bepalen voor de ontwikkeling van een DC-gebaseerd kankervaccin voor acute myeloïde leukemie (AML) en acute lymfoblastische leukemie (ALL) en bovendien vertaalbaar te maken naar andere kankers die positief zijn voor WT1 genproduct. Anderzijds is er momenteel veel interesse in een ander DC type (DC2 genoemd) waarvan de precursoren (pDC2) geïdentificeerd zijn als dé interferon-?/? producerende cellen van het bloed welke een belangrijke rol vervullen in de eerstelijnsdefensie tegen virussen en tumoren. Alhoewel wordt aangenomen dat deze DC2 vooral een tolerogene rol vervullen in het immuunsysteem t.g.v. hun preferentiële activatie van T helper type 2 cellen
  Research - University o...  
DC form a specialized network of antigen-capturing and antigen-presenting cells throughout the human body and DC can specifically activate naïve or quiescent CD4+ helper T cells and CD8+ cytotoxic T cells (CTL).
Klassiek worden acute leukemieën (AL) behandeld met o.a. chemo- en radiotherapie. Deze behandelingsmethoden brengen echter verschillende nadelen met zich mee, waaronder de onvoldoende respons op de therapie en verschillende ernstige neveneffecten, zoals de toxiciteit en de aspecifieke werking waardoor ook normale weefsels worden aangetast. Daarom is het nodig om naar een alternatieve behandelingswijze te zoeken. Momenteel vormt de sensibilisering van menselijke dendritische cellen (DC) met tumorantigenen voor het opwekken van anti-tumor immuniteit een 'hot topic' in de experimentele actieve specifieke immunotherapie (ASI). Het doel van dit project is dan ook te onderzoeken of het mogelijk is om DC, gemodificeerd met acute leukemie-geassocieerde antigenen, te gebruiken voor de inductie van primaire leukemie-specifieke T-cellen. De generatie van een cellulaire anti-tumor immuunrespons impliceert de activatie van CD8+ T-cellen. Naïeve CD8+ cytotoxische T-lymfocyten (CTL) kunnen enkel door DC `opgeleid' worden voor een bepaald tumorantigeen, waarna ze hun effector cytotoxische functie verkrijgen om tumorcellen te vernietigen. Hiervoor zullen myeloïde DC (DC1) van zowel gezonde donoren als acute leukemie patiënten worden opgeladen met het Wilms' tumor genproduct WT1, dat tot overexpressie komt in vrijwel alle acute leukemieën, via transfectie met WT1-mRNA. In een latere fase kunnen ook andere ladingsmethoden worden getest, bv. fagocytose van apoptotische WT1+ acute leukemische cellen, fusiehybriden van DC en WT1+ acute leukemische cellen d.m.v. elektrofusie en differentiatie van WT1+ acute leukemische cellen tot DC. Deze gesensibiliseerde DC zullen dan vergeleken worden in hun capaciteit om in vitro autologe WT1-specifieke CTL te activeren. De resultaten van deze experimenten hebben tot doel de modaliteiten te bepalen voor de ontwikkeling van een DC-gebaseerd kankervaccin voor acute myeloïde leukemie (AML) en acute lymfoblastische leukemie (ALL) en bovendien vertaalbaar te maken naar andere kankers die positief zijn voor WT1 genproduct. Anderzijds is er momenteel veel interesse in een ander DC type (DC2 genoemd) waarvan de precursoren (pDC2) geïdentificeerd zijn als dé interferon-?/? producerende cellen van het bloed welke een belangrijke rol vervullen in de eerstelijnsdefensie tegen virussen en tumoren. Alhoewel wordt aangenomen dat deze DC2 vooral een tolerogene rol vervullen in het immuunsysteem t.g.v. hun preferentiële activatie van T helper type 2 cellen
  Research - University o...  
DC form a specialized network of antigen-capturing and antigen-presenting cells throughout the human body and DC can specifically activate naïve or quiescent CD4+ helper T cells and CD8+ cytotoxic T cells (CTL).
Klassiek worden acute leukemieën (AL) behandeld met o.a. chemo- en radiotherapie. Deze behandelingsmethoden brengen echter verschillende nadelen met zich mee, waaronder de onvoldoende respons op de therapie en verschillende ernstige neveneffecten, zoals de toxiciteit en de aspecifieke werking waardoor ook normale weefsels worden aangetast. Daarom is het nodig om naar een alternatieve behandelingswijze te zoeken. Momenteel vormt de sensibilisering van menselijke dendritische cellen (DC) met tumorantigenen voor het opwekken van anti-tumor immuniteit een 'hot topic' in de experimentele actieve specifieke immunotherapie (ASI). Het doel van dit project is dan ook te onderzoeken of het mogelijk is om DC, gemodificeerd met acute leukemie-geassocieerde antigenen, te gebruiken voor de inductie van primaire leukemie-specifieke T-cellen. De generatie van een cellulaire anti-tumor immuunrespons impliceert de activatie van CD8+ T-cellen. Naïeve CD8+ cytotoxische T-lymfocyten (CTL) kunnen enkel door DC `opgeleid' worden voor een bepaald tumorantigeen, waarna ze hun effector cytotoxische functie verkrijgen om tumorcellen te vernietigen. Hiervoor zullen myeloïde DC (DC1) van zowel gezonde donoren als acute leukemie patiënten worden opgeladen met het Wilms' tumor genproduct WT1, dat tot overexpressie komt in vrijwel alle acute leukemieën, via transfectie met WT1-mRNA. In een latere fase kunnen ook andere ladingsmethoden worden getest, bv. fagocytose van apoptotische WT1+ acute leukemische cellen, fusiehybriden van DC en WT1+ acute leukemische cellen d.m.v. elektrofusie en differentiatie van WT1+ acute leukemische cellen tot DC. Deze gesensibiliseerde DC zullen dan vergeleken worden in hun capaciteit om in vitro autologe WT1-specifieke CTL te activeren. De resultaten van deze experimenten hebben tot doel de modaliteiten te bepalen voor de ontwikkeling van een DC-gebaseerd kankervaccin voor acute myeloïde leukemie (AML) en acute lymfoblastische leukemie (ALL) en bovendien vertaalbaar te maken naar andere kankers die positief zijn voor WT1 genproduct. Anderzijds is er momenteel veel interesse in een ander DC type (DC2 genoemd) waarvan de precursoren (pDC2) geïdentificeerd zijn als dé interferon-?/? producerende cellen van het bloed welke een belangrijke rol vervullen in de eerstelijnsdefensie tegen virussen en tumoren. Alhoewel wordt aangenomen dat deze DC2 vooral een tolerogene rol vervullen in het immuunsysteem t.g.v. hun preferentiële activatie van T helper type 2 cellen
  Research - University o...  
There still remains indistinctness about the nature of immune responses that are potentially protective against HIV infection and/or disease progression towards AIDS. According to the most recent data neutralizing antibodies as well as cytotoxic T-lymphocytes (CTL), supported by a strong CD4+ T-helper response, are essential for protection.
Er bestaat nog heel wat onduidelijkheid omtrent de aard van de immuunresponsen die potentieel beschermend zijn tegen HIV infectie en/of tegen de ziekteprogressie naar AIDS. Volgens de meest recente gegevens zijn zowel neutraliserende antistoffen als cytotoxische T-lymfocyten (CTL), ondersteund door een sterke CD4+ T-helper respons, essentieel voor protectie. De voorbije jaren werden duidelijke bewijzen gevonden van mucosale maar ook systemische cellulaire en humorale HIV-specifieke immuunresponsen bij personen die frequent werden blootgesteld aan HIV maar er niet door besmet werden. Zo werden bij "HIV-exposed seronegative" (ESN) "female sex workers" (FSW) in Gambia, Nairobi en Ivoorkust zowel HIV-specifieke T-helper als cytotoxische T-cel responsen aangetoond. Veelgebruikte technieken om cellulaire immuunresponsen te meten bij HIV+ patiënten zijn 'enzyme-linked immunosorbent spot' (ELISPOT) assay en de intracellulaire cytokinedetectie met behulp van flow cytometrie. Deze laatste methode is meestal onvoldoende gevoelig voor het meten van HIV-specifieke responsen. De ELISPOT methode daarentegen heeft een hogere gevoeligheid en is relatief eenvoudig en betaalbaar. Men kan met deze test echter niet op een eenvoudige wijze nagaan of de HIV-specifieke responsen afkomstig zijn van CD4+ of CD8+ T-lymfocyten. Meestal wordt dit opgelost door voorafgaande celsubsetdepleties uit te voeren. Dergelijke ingrepen gaan echter gepaard met een aantal belangrijke nadelen, waaronder wijzigingen van de celsubsets en verlies van antigeenpresenterende cellen. Onze werkhypothese is dat de karakterisatie van HIV-specifieke CD4+ en CD8+ T-cel epitopen (met behulp van een verfijnde ELISPOT methode) bij personen die frequent blootgesteld werden aan HIV maar niet besmet werden, essentieel is voor de identificatie van protectieve immuunresponsen tegen HIV.
  Research - University o...  
and causes an high mortality of cows in Eastern and Central Africa. The sporozoites of T. parva infect the B- and T-lymphocytes upon wich the host reacts with a cytotoxic T-cell (CTL) response. This cellular CD8+ immune reaction in ECF is very strong and probably determined by a limited amount of antigens, in contrast to the weak and complex immune reaction in case of Plasmodium.
`East coast fever' (ECF) is een door teken overdraagbare ziekte veroorzaakt door de complexe protozoaire parasiet Theileria parva. Deze met Plasmodium spp. verwante parasiet veroorzaakt een hoge mortaliteit van runderen in grote gebieden van Oost en Centraal Afrika. De sporozoieten van T. parva infecteren de B- en T-lymfocyten waarop de gastheer via een cytotoxische T-cel (CTL) respons reageert. Deze cellulaire CD8P+P immuunreactie bij ECF is zeer sterk en waarschijnlijk door een beperkt aantal antigenen bepaald, in tegenstelling tot de zwakke en complexe immuunreactie in het geval van Plasmodium. Een van die antigenen is (mogelijk) gelegen in de polymorfisch immunodominante molecule (PIM), een membraaneiwit dat door een `single copy' gen wordt gecodeerd en overvloedig aanwezig is in het pathogene schizontstadium. Vaccins die samengesteld zijn uit recombinante eiwitten zijn dikwijls zwak immunogeen en moeten daarom samen toegediend worden met zogenaamde adjuvantia. Zelf-assemblerende partikels die gekoppeld zijn aan specifieke antigenen kunnen de toelevering van deze antigenen aan antigen presenterende cellen bevorderen en eveneens als adjuvans fungeren van de gecoëxpresseerde eiwitten. Hepatitis B core antigen (HBcAg) is zo een drager- en immunostimulerende molecule die bestaat uit 180 subeenheden die elk een `spike' vormen. Door insertie van een antigen in deze `spikes' worden de immunologische eigenschappen van de core overgedragen op het insert. In de loop van dit project zullen recombinante hybride partikels van HBcAg en het getrunceerde PIM van T. parva aangewend worden als vaccin in runderen. Zo zal getest worden of het gebruik van HBcAg als dragermolecule een relevante cellulaire immuniteitsreactie opwekt met het oog op verdere toepassingen met betrekking tot de mens en zal een bijdrage geleverd worden aan de ontwikkeling van een veilige immunisatietechniek voor ECF.