iii – Übersetzung – Keybot-Wörterbuch

Spacer TTN Translation Network TTN TTN Login Français English Spacer Help
Ausgangssprachen Zielsprachen
Keybot 187 Ergebnisse  www.uantwerpen.be  Seite 8
  Research - University o...  
Surprisingly, much less attention has been paid to the class of III-V materials, like InAs, GaAs, … Only the properties of these III-V compounds in the graphene-like (flat) or silicene-like structure (buckled) have thoroughly been investigated.
Het onderzoek naar twee-dimensionale nanomaterialen is exponentieel gegroeid sinds de realisatie en karaterisatie van grafeen in 2005. Heel wat nieuwe materialen van een enkele atomaire laag dik werden sindsdien theoretisch voorgesteld en experimenteel gerealiseerd, en nieuwe mogelijke structuren worden nog steeds voorgesteld. Om nieuwe en mogelijk betere materialen te vinden voor opto-elektronische toepassingen, ligt het voor de hand om te onderzoeken of drie-dimensionale materialen die nu al voor dergelijke toepassingen gebruikt worden kunnen herschaald worden naar hun twee-dimensionale limiet, om zo hun eigenschappen nog te verbeteren of te tunen. Deze route werd gevolgd voor de group IV elementen, wat geleid heeft tot de ontdekking van siliceen, germaneen, enz. Het is verrassend dat er tot nu toe heel wat minder aandacht besteed is aan de klasse van III-V materialen, zoals InAs, GaAs, ... Enkel de eigenschappen van deze III-V materialen in de grafeen-achtige (vlakke) en siliceen-achtige (verbogen) structuur werd uitvoerig bestudeerd. Het is echter gekend uit de moleculaire chemie dat groep III elementen vlakke sp2-bindingen verkiezen, en groep V elementen sp3 configuraties. Het valt dan ook te verwachten dat deze trends zich opnieuw zullen laten gelden wanneer de drie-dimensionale III-V bulk halfgeleiders gereduceerd worden tot twee dimensies. Het doel van dit project is de echte grondtoestandsstructuren te identificeren van twee-dimensionale III-V materialen en om hun elektronische eigenschappen te onderzoeken op basis van ab-initio berekeningen. Een ander belangrijk onderzoeksdomein dat voortvloeide uit het onderzoek rond grafeen en gerelateerde systemen is dat van de topologische isolatoren en het kwantum spin-Halleffect. De oorsprong van dit effect ligt in een bandinversie, vaak veroorzaakt door een sterke spin-baankoppeling. Daarom zullen we, eens de grondtoestand is gevonden van de twee-dimensionale materialen die Tl of Bi bevatten, hun topologisch karakter bepalen. De werking van de huidige opto-elektronische devices is gebaseerd op de realisatie van heterostructuren, zoals bv. in lasers. Het is dan ook van groot belang om de elektronische eigenschappen te onderzoeken van heterostructuren gebaseerd op de nieuw gevonden twee-dimensionale halfgeleiders. Ten slotte is het ook duidelijk dat dit onderzoek kan uitgebreid worden tot de klasse van II-VI materialen.
  Research - University o...  
Surprisingly, much less attention has been paid to the class of III-V materials, like InAs, GaAs, … Only the properties of these III-V compounds in the graphene-like (flat) or silicene-like structure (buckled) have thoroughly been investigated.
Het onderzoek naar twee-dimensionale nanomaterialen is exponentieel gegroeid sinds de realisatie en karaterisatie van grafeen in 2005. Heel wat nieuwe materialen van een enkele atomaire laag dik werden sindsdien theoretisch voorgesteld en experimenteel gerealiseerd, en nieuwe mogelijke structuren worden nog steeds voorgesteld. Om nieuwe en mogelijk betere materialen te vinden voor opto-elektronische toepassingen, ligt het voor de hand om te onderzoeken of drie-dimensionale materialen die nu al voor dergelijke toepassingen gebruikt worden kunnen herschaald worden naar hun twee-dimensionale limiet, om zo hun eigenschappen nog te verbeteren of te tunen. Deze route werd gevolgd voor de group IV elementen, wat geleid heeft tot de ontdekking van siliceen, germaneen, enz. Het is verrassend dat er tot nu toe heel wat minder aandacht besteed is aan de klasse van III-V materialen, zoals InAs, GaAs, ... Enkel de eigenschappen van deze III-V materialen in de grafeen-achtige (vlakke) en siliceen-achtige (verbogen) structuur werd uitvoerig bestudeerd. Het is echter gekend uit de moleculaire chemie dat groep III elementen vlakke sp2-bindingen verkiezen, en groep V elementen sp3 configuraties. Het valt dan ook te verwachten dat deze trends zich opnieuw zullen laten gelden wanneer de drie-dimensionale III-V bulk halfgeleiders gereduceerd worden tot twee dimensies. Het doel van dit project is de echte grondtoestandsstructuren te identificeren van twee-dimensionale III-V materialen en om hun elektronische eigenschappen te onderzoeken op basis van ab-initio berekeningen. Een ander belangrijk onderzoeksdomein dat voortvloeide uit het onderzoek rond grafeen en gerelateerde systemen is dat van de topologische isolatoren en het kwantum spin-Halleffect. De oorsprong van dit effect ligt in een bandinversie, vaak veroorzaakt door een sterke spin-baankoppeling. Daarom zullen we, eens de grondtoestand is gevonden van de twee-dimensionale materialen die Tl of Bi bevatten, hun topologisch karakter bepalen. De werking van de huidige opto-elektronische devices is gebaseerd op de realisatie van heterostructuren, zoals bv. in lasers. Het is dan ook van groot belang om de elektronische eigenschappen te onderzoeken van heterostructuren gebaseerd op de nieuw gevonden twee-dimensionale halfgeleiders. Ten slotte is het ook duidelijk dat dit onderzoek kan uitgebreid worden tot de klasse van II-VI materialen.
  Research - University o...  
(ii) inter-regulation and interaction between different auxin metabolic pathways; (iii) analysis of the functional relevance of microbial (iii) phytohormone synthesis upon the interactions with the host.
De stikstoffixerende genera Azospirillum en Rhizobium leven in associatie resp. symbiose met het wortelstelsel van een gastheerplant. Zoals de meeste rhizosfeer bacterien produceren deze genera fytohormonen. De excretie van planthormonen door de bacterien kan enerzijds de groei van de gastheerplant en mede hierdoor de totale opbrengst van een gewas positief beinvloeden. Azospirillum en Rhizobium worden hier als studieobject gekozen op basis van hun verschillende ecologische niche (worteloppervlak resp. intracellulair wat mogelijk de regulatie van de auxinebiosynthese kan beinvloeden. Het hier voorgestelde onderzoek heeft de volgende doelstellingen: (i) karakterisering van de wegen voor indoolazijnzuur metabolisme; (ii) regulatie van en interactie tussen de auxine metabole wegen;(iii) onderzoek naar het effect van indoolazijnzuur gesynthetiseerd door deze microorganismen op hun interacties met de waardplant.
  Research - University o...  
The project aims at converting the sole relics of Old-Netherlandic, i.e. its place-names, into a dBase-III+format. This database, which will contain some 18.000 records, will enable us to create linguistic maps and diagrams, and a grammar (graphemology, phonology and morphology) of Old-Netherlandic.
Het project zal in zijn eerste fase bestaan in een omzetting in dbase-III+formaat van de circa 18000 verschillende plaatsnamen, die onze vrijwel enige bron zijn voor de kennis van het Oud-Nederlands. Met de gegevensbank wordt het mogelijk een atlas te vervaardigen bestaande uit gecommentarieerde kaarten, diachronische tabellen en een grafemologie, fonologie en morfologie van het oudste Nederlands.
  Research - University o...  
(ii) coherent addition of contributions from multiple molecular units and (iii) symmetry-breaking in formally centrosymmetric yet bistable molecules. To this aim, the NLO response of different molecular systems will be directly determined through ultrasensitive wavelength-dependent hyper-Rayleigh scattering (HRS) experiments in the appropriate wavelength ranges, using the setup I developed recently and which is unique in terms of both sensitivity and spectral tuneability.
Organische niet-lineaire optica (NLO) handelt over de niet-lineaire respons van organische moleculaire materialen blootgesteld aan intense lichtbundels, met potentiele toepassingen in optische telecommunicatie gebaseerd op ultrasnelle schakelaars en modulatoren, en zeer efficiente frequentieconvertoren. In dit onderzoeksproject zullen nieuwe methoden onderzocht worden om de moleculaire NLO respons significant te versterken, in het bijzonder door: (i) dubbele (één- en twee-foton) resonante versterking, (ii) coherente optelling van bijdragen van meerdere moleculaire eenheden en (iii) symmetriebreking in formeel centrosymmetrische maar bistabiele moleculen. Om dit doel te bereiken, zal de NLO respons van verschillende moleculaire systemen rechtstreeks bepaald worden d.m.v. ultragevoelige golflengte-afhankelijke hyper-Rayleighverstrooiing (HRS) experimenten in de geschikte golflengtegebieden, gebruik makend van de opstelling die ik recent ontwikkeld heb en die uniek is in termen van zowel gevoeligheid als spectraalgebied. Er zullen metingen uitgevoerd worden op goed ontworpen organische moleculen, alsook op enkelwandige koolstofnanobuizen (SWNTs), zowel leeg als gevuld met efficiente NLO chromoforen. Voor de lege SWNTs zal niet enkel de tweede-orde NLO respons, maar ook de derde-orde respons gekarakteriseerd worden met HRS bij de driedubbele frequentie. Tenslotte zullen ook laag-symmetrische radiale vibrationele modes, die nooit eerder geobserveerd zijn maar waarvan theoretisch verwacht wordt dat deze sterk afhankelijk zijn van buisdiameter en omgevingsinteracties (bv. vulling), toegankelijk zijn d.m.v. ultragevoelige (tweede- en derde-orde) hyper-Raman experimenten.
  Kristof Titeca - Univer...  
i) informal revenue collection and taxation among the Congolese police; ii) rebel movements in Central Africa, particularly the LRA and ADF in the Democratic Republic of Congo; iii) wildlife crime, and particularly ivory trade in Central and Eastern Africa. )
My research focuses on governance in fragile states: areas where the state is only weakly present or which are affected by conflict, particularly in Central and Eastern Africa. I am currently working on the following issues: i) informal revenue collection and taxation among the Congolese police; ii) rebel movements in Central Africa, particularly the LRA and ADF in the Democratic Republic of Congo; iii) wildlife crime, and particularly ivory trade in Central and Eastern Africa.
  Research - University o...  
(i) Nod-factor producing bacteria do they induce a local redistribution in the endogenous auxin-cytokinin balance (ii) what is the role of the endogenous gibberellin metabolism during nodulation and (iii) how does bacterial phytohormone synthesis contributes in nodule development?
Over de rol van plantenhormonen bij nodulevorming zijn geen rechtstreekse gegevens beschikbaar. Of de betrokkenheid van plantenhormonen in het nodulatieproces gaat via gewijzigde hormonenbalans of via veranderde gevoeligheid (perceptie) is niet geweten, ook is het niet uitgesloten dat bacteriële productie van plantenhormonen zou bijdragen tot bepaalde aspecten van noduleontwikkeling. Met het onderzoek naar de Azorhizobium caulinodans-Sesbania rostrata symbiose willen we volgende vragen beantwoorden: (i) veroorzaken bacteriën die Nod-factoren produceren een lokale verandering in de auxine-cytokininebalans; (ii) wat is de rol van het endogene metabolisme van gibberelline tijdens het nodulatieproces; (iii) wat is de bijdrage van de bacteriële productie van plantenhormonen bij de nodule-ontwikkeling?
  Research - University o...  
ii) Does the standardization encourage or discourage R&D and under which conditions? iii) Are the multi-standard market structures possible and stable? iv) Is a large alliance with an inferior technology more efficient than several smaller alliances, some of which possess a superior technology?
Dit onderzoeksproject dient een studie te verrichten op het gebied van endogene coalitievorming van innoverende bedrijven, die investeren in onderzoek en ontwikkeling (O&O). Doelstellingen : Wij willen de volgende onderzoeksvragen beantwoorden: i) Welke zijn de optimale strategieën van de bedrijven, die mogelijkheid hebben om een nieuwe standaard te creëren? ii) Is standaardisatie een prikkel of een ontmoediging voor innovatie en welke zijn de voorwaarden hiervoor? iii) Zijn er meerdere standaardallianties mogelijk en leidt dit tot een stabiele markt? iv) Is een grote standaardalliantie met een oude technologie/product efficiënter dan meerdere standaardallianties met (een) nieuw(e) technologie(ën)/product(en)? v) Hoe beïnvloeden de strategieën voor standaardcreatie van de bedrijven de welvaart in de economie?
  Research - University o...  
(ii) can we select lactobacilli with inhibitory activity against typical bacterial respiratory pathogens, (iii) Do these lactobacilli also have potential to counteract aspects of the pro-inflammatory and oxidative activity of air pollution,
Het menselijk lichaam wordt gekoloniseerd door een grote hoeveelheid micro-organismen, die collectief microbiota genoemd worden. Zij komen voor op de huid, in de oronasofaryngeale holte, in het genitaal kanaal en in de darm. Op al deze plaatsen dragen ze in belangrijke mate bij tot de gezondheid van de gastheer, door bijvoorbeeld de kolonisatie van pathogenen te verhinderen, immuunresponsen te stimuleren of de educatie van het immuunsysteem te reguleren. De interesse in de functies van de microbiota is de laatste jaren sterk toegenomen dankzij belangrijke doorbraken in 'next generation sequencing' technologieën die leidden tot de zogenaamde 'metagenoom' studies. In dit relatief nieuwe onderzoeksdomein van de microbiota, is er nog maar weinig onderzoek gedaan naar nasale en faryngeale probiotica in tegenstelling tot probiotica voor het maagdarmkanaal. Nochtans hebben zij een enorm potentieel omdat (i) momenteel infecties van de bovenste luchtwegen één van de belangrijkste redenen vormen voor antibioticavoorschriften bij kinderen en (ii) de bovenste luchtwegen beter toegankelijk zijn en bevolkt worden door een minder complexe en minder dense microbiota dan de darm. In dit doctoraatsproject zal een stapsgewijze in vitro studie uitgevoerd worden van beneficiaire Lactobacillus interacties relevant voor de bovenste luchtwegen. Hierbij zullen de volgende onderzoeksvragen behandeld worden: (i) worden lactobacillen getolereerd door cellen van de bovenste luchtwegen, (ii) kunnen we lactobacillen selecteren met inhibitorische activiteit tegen typische respiratoire pathogenen, (iii) hebben deze lactobacillen ook gunstige effecten tegen de toxische effecten van luchtvervuiling, en (iv) wat zijn de onderliggende werkingsmechanismen? Om potentiele werkingsmechanismen te onderzoeken zullen we knock-out mutanten aanmaken van lactobacillen in mogelijke probiotische factoren en deze uitgebreid fenotypisch analyseren. Deze in vitro experimenten moeten de basis vormen voor latere in vivo studies in diermodellen en klinische studies.
  Research - University o...  
Development of & Capacity Building in ISIS-based Library Automation Software: Support and Sustainability (DOC&BIBLAS III).
Ontwikkeling en capaciteitsopbouw van de ISIS gebaseerde "Library Automation Software": ondersteuning en duurzaamheid (DOCBIBLAS III).
  Research - University o...  
ii) expression studies of mutant L1CAM protein (in collaboration with V. Lemmon, Case Western Reserve University, Cleveland, Ohio, U.S.A.) and iii) study of a transgene mouse model carrying an L1CAM knock-out mutation.
L1CAM is een glycoproteine met een belangrijke rol tijdens de embryonale ontwikkeling van het zenuwstelsel. Mutaties in het gen coderend voor L1CAM zijn verantwoordelijk voor een X-gebonden ziektebeeld, gekarakteriseerd door oa. mentale retardatie, spasticiteit, hydrocefalie, duimadductie en een breed spectrum aan neurologische afwijkingen (CRASH syndroom). In dit project wordt de rol van LlCAM in CRASH syndroom nader uitgediept via i) L1CAM mutatie analyse van CRASH patiënten, ii) expressiestudies van mutant L1CAM eiwit (in samenwerking met V. Lemmon, Case Western Reserve University, Cleveland, Ohio, U.S.A.) en iii) studie van een transgeen muismodel met een L1CAM knock out mutatie.
  Research - University o...  
ii) the determination of the gas ligand binding and protease activity of the full protein and its domains; iii) the structural characterization of the protein using spectroscopic and X-ray crystallographic techniques.
Vergelijkende genomische studies hebben geleid tot de identificatie van verschillende nieuwe globine eiwitten in Metazoa. Deze ontdekkingen tonen aan dat zeer geconserveerde globine opvouwingen toch kunnen leiden tot verschillende functies, en niet enkel tot de klassieke zuurstof transport en opslag functie van hemo- en myoglobine. Op het einde van 2011, heeft ons labo- samen met een Internationaal netwerk- de ontdekking gepubliceerd in Mol. Biol. Evol. van een tot hiertoe onbekende familie van chimere eiwitten. Deze eiwitten bevatten een N-terminaal calpaine domein, een intern, circulair gepermuteerd globine domein en een IQ-calmoduline bindend motief (Hoogewijs, D. et al. (2011) Mol. Biol. Evol. [Epub ahead of print]). Dit nieuw eiwit, androglobine, wordt geëxpresseerd in de testis, is mogelijks betrokken bij de spermatogenese en kan daardoor medische implicaties hebben. Het doel van dit project is de moleculaire; biochemische en biofysische karakterisering van het humaan en zebravis androglobine. Dit zal gebeuren door i) de expressie van de recombinante eiwitten en zijn domeinen; ii) de determinatie van de gasligandbinding en protease activiteit van het volledige eiwit alsook de aparte domeinen: iii) de structurele karakterisering van het eiwit gebruik makend van spectroscopische en X-ray diffractie. Door de combinatie van de verworven resultaten hopen we bij te dragen tot de ontrafeling van de functie van dit bijzonder interessant eiwit.
  Research - University o...  
(ii) to investigate the influence of LAN/MAN traffic (in particular ABR traffic) on connections with strict Quality of Service guarantees (eg. CBR traffic) (iii) to investigate the impact of the introduction of LAN/MAN traffic on traffic management functions (CAC, UPC/NPC).
Dit project heeft tot doel een bijdrage te leveren in de volgende gebieden : (i) identificeren en evalueren van mechanismen die toelaten het LAN/MAN verkeer op een transparante manier te versturen over een ATM publiek netwerk (ii) onderzoeken van de invloed van het LAN/MAN verkeer op de cell-stroom van connecties die op basis van een kontrakt tot stand zijn gekomen (bv. CBR verkeer) (iii) invloed van de introductie van LAN/MAN verkeer op de bestaande ATM netwerk controle functies zoals CAC (connections admission control), UPC/NPC (usage parameter control/network parameter control), traffic shaping.
  Research - University o...  
i) positional cloning of disease genes in families with hereditary hearing loss and vestibular dysfunction ii) construction and characterization of cDNA libraries for the cochlea and the vestibulum iii) characterization of genes involved in hearing and balance using histologic and biochemical techniques.
In het binnenoor bevinden zich de organen voor het gehoor (de cochlea) en evenwicht (vestibulair apparaat). Deze twee organen zijn evolutionair met elkaar verwant en hun werking is gelijkaardig, maar over de exacte werking blijven nog veel vragen onopgelost. Een beter begrip van deze organen kan leiden tot een betere behandeling van patiënten met gehoorverlies en/of evenwichtsstoornissen. Dit prodect heeft als doel het binnenoor beter te begrijpen via het opsporen en karakteriseren van genen betrokken bij gehoor- en evenwichtsstoornissen. Dit zal gebeuren via i) positionele clonering van ziektegenen in families met erfelijke doofheid en evenwichtsstoornissen, ii) constructie en karakterisatie van cDNA banken voor de cochlea en het vestibulair apparaat en iii) karakterisatie van genen betrokken bij gehoor en evenwicht via histologische, moleculair biologische en biochemische technieken.
  Research - University o...  
Surprisingly, much less attention has been paid to the class of III-V materials, like InAs, GaAs, … Only the properties of these III-V compounds in the graphene-like (flat) or silicene-like structure (buckled) have thoroughly been investigated.
Het onderzoek naar twee-dimensionale nanomaterialen is exponentieel gegroeid sinds de realisatie en karaterisatie van grafeen in 2005. Heel wat nieuwe materialen van een enkele atomaire laag dik werden sindsdien theoretisch voorgesteld en experimenteel gerealiseerd, en nieuwe mogelijke structuren worden nog steeds voorgesteld. Om nieuwe en mogelijk betere materialen te vinden voor opto-elektronische toepassingen, ligt het voor de hand om te onderzoeken of drie-dimensionale materialen die nu al voor dergelijke toepassingen gebruikt worden kunnen herschaald worden naar hun twee-dimensionale limiet, om zo hun eigenschappen nog te verbeteren of te tunen. Deze route werd gevolgd voor de group IV elementen, wat geleid heeft tot de ontdekking van siliceen, germaneen, enz. Het is verrassend dat er tot nu toe heel wat minder aandacht besteed is aan de klasse van III-V materialen, zoals InAs, GaAs, ... Enkel de eigenschappen van deze III-V materialen in de grafeen-achtige (vlakke) en siliceen-achtige (verbogen) structuur werd uitvoerig bestudeerd. Het is echter gekend uit de moleculaire chemie dat groep III elementen vlakke sp2-bindingen verkiezen, en groep V elementen sp3 configuraties. Het valt dan ook te verwachten dat deze trends zich opnieuw zullen laten gelden wanneer de drie-dimensionale III-V bulk halfgeleiders gereduceerd worden tot twee dimensies. Het doel van dit project is de echte grondtoestandsstructuren te identificeren van twee-dimensionale III-V materialen en om hun elektronische eigenschappen te onderzoeken op basis van ab-initio berekeningen. Een ander belangrijk onderzoeksdomein dat voortvloeide uit het onderzoek rond grafeen en gerelateerde systemen is dat van de topologische isolatoren en het kwantum spin-Halleffect. De oorsprong van dit effect ligt in een bandinversie, vaak veroorzaakt door een sterke spin-baankoppeling. Daarom zullen we, eens de grondtoestand is gevonden van de twee-dimensionale materialen die Tl of Bi bevatten, hun topologisch karakter bepalen. De werking van de huidige opto-elektronische devices is gebaseerd op de realisatie van heterostructuren, zoals bv. in lasers. Het is dan ook van groot belang om de elektronische eigenschappen te onderzoeken van heterostructuren gebaseerd op de nieuw gevonden twee-dimensionale halfgeleiders. Ten slotte is het ook duidelijk dat dit onderzoek kan uitgebreid worden tot de klasse van II-VI materialen.
  Research - University o...  
(ii) The second subproject aims to clarify, through a factorial survey, the impact of specific factors (i.e. position of the ad, level of personalisation, data sensitivity, organisation type) on privacy concern related to personalised SNS advertising. (iii) The final subproject uses an experiment to examine technically feasible, future applications of personal data in personalised SNS advertising.
"Gepersonaliseerde reclame" of reclameboodschappen die persoonlijk gericht zijn naar, en op maat gemaakt zijn van de individuele gebruiker zijn alomtegenwoordig op sociale netwerksites (SNS) zoals het populaire Facebook. Overheden worstelen met de mogelijkheden en implicaties van dit nieuwe fenomeen. Bovendien uiten beleidsmakers en belangengroepen in toenemende mate hun bezorgdheid omtrent privacy. Het huidige project onderzoekt hoe gepersonaliseerde reclame op SNS privacybezorgdheid opwekt en doe deze zich verhoudt ten aanzien van de effectiviteit. De centrale onderzoeksvraag is: "Wat is de impact van verschillende vormen van gepersonaliseerde SNS reclame op de privacybezorgdheid van de gebruikers en op de effectiviteit van de advertenties?" Drie deelprojecten benaderen deze onderzoeksvraag vanuit verschillende oogpunten. (i) Het eerste deelproject vertrekt vanuit de hypothese dat de effectiviteit van gepersonaliseerde advertenties een curvilineaire functie beschrijft met de mate van personalisatie. Er is een optimaal niveau van personalisatie waar effectiviteit en privacybezordheid in balans zijn. Deze hypothese wordt getest door middel van een experimenteel opzet waarbij de hoeveelheid van persoonlijke gegevens wordt gemanipuleerd. (ii) Het tweede deelproject doelt door middel van een factoriële survey de impact van specifieke, reeds gebruikte, maar ook in de toekomst toepasbare factoren (i.e. plaats van de advertentie, hoeveelheid personalisatie, gevoeligheid van de data, type organisatie) van gepersonaliseerde advertenties op privacybezorgdheid te verklaren. (iii) Het laatste deelproject onderzoekt middels een experiment technisch mogelijke, toekomstige toepassingen van gepersonaliseerde advertenties. Deze benadering is cruciaal voor de toepasbaarheid en relevantie van de onderzoeksresultaten in een snel evoluerende digitale omgeving. Samengevat, het project onderscheidt zich door zijn innovatieve methodologische aanpak en zijn oriëntatie naar toekomstige toepassingen. Resultaten dragen bij tot de privacy- en reclameliteratuur. Een kritische evaluatie kan overheidsacties in verband met de bescherming van privacy op SNS en de empowerment van gebruikers ten aanzien van persuasieve communicatie inspireren. Bovendien kan het een kader bieden voor adverteerders bij de creatie van privacy-vriendelijke advertenties. Het project kent dus niet alleen een wetenschappelijke, maar ook een uitgesproken professionele en maatschappelijke relevantie.
  Research - University o...  
Surprisingly, much less attention has been paid to the class of III-V materials, like InAs, GaAs, … Only the properties of these III-V compounds in the graphene-like (flat) or silicene-like structure (buckled) have thoroughly been investigated.
Het onderzoek naar twee-dimensionale nanomaterialen is exponentieel gegroeid sinds de realisatie en karaterisatie van grafeen in 2005. Heel wat nieuwe materialen van een enkele atomaire laag dik werden sindsdien theoretisch voorgesteld en experimenteel gerealiseerd, en nieuwe mogelijke structuren worden nog steeds voorgesteld. Om nieuwe en mogelijk betere materialen te vinden voor opto-elektronische toepassingen, ligt het voor de hand om te onderzoeken of drie-dimensionale materialen die nu al voor dergelijke toepassingen gebruikt worden kunnen herschaald worden naar hun twee-dimensionale limiet, om zo hun eigenschappen nog te verbeteren of te tunen. Deze route werd gevolgd voor de group IV elementen, wat geleid heeft tot de ontdekking van siliceen, germaneen, enz. Het is verrassend dat er tot nu toe heel wat minder aandacht besteed is aan de klasse van III-V materialen, zoals InAs, GaAs, ... Enkel de eigenschappen van deze III-V materialen in de grafeen-achtige (vlakke) en siliceen-achtige (verbogen) structuur werd uitvoerig bestudeerd. Het is echter gekend uit de moleculaire chemie dat groep III elementen vlakke sp2-bindingen verkiezen, en groep V elementen sp3 configuraties. Het valt dan ook te verwachten dat deze trends zich opnieuw zullen laten gelden wanneer de drie-dimensionale III-V bulk halfgeleiders gereduceerd worden tot twee dimensies. Het doel van dit project is de echte grondtoestandsstructuren te identificeren van twee-dimensionale III-V materialen en om hun elektronische eigenschappen te onderzoeken op basis van ab-initio berekeningen. Een ander belangrijk onderzoeksdomein dat voortvloeide uit het onderzoek rond grafeen en gerelateerde systemen is dat van de topologische isolatoren en het kwantum spin-Halleffect. De oorsprong van dit effect ligt in een bandinversie, vaak veroorzaakt door een sterke spin-baankoppeling. Daarom zullen we, eens de grondtoestand is gevonden van de twee-dimensionale materialen die Tl of Bi bevatten, hun topologisch karakter bepalen. De werking van de huidige opto-elektronische devices is gebaseerd op de realisatie van heterostructuren, zoals bv. in lasers. Het is dan ook van groot belang om de elektronische eigenschappen te onderzoeken van heterostructuren gebaseerd op de nieuw gevonden twee-dimensionale halfgeleiders. Ten slotte is het ook duidelijk dat dit onderzoek kan uitgebreid worden tot de klasse van II-VI materialen.
  Research - University o...  
Surprisingly, much less attention has been paid to the class of III-V materials, like InAs, GaAs, … Only the properties of these III-V compounds in the graphene-like (flat) or silicene-like structure (buckled) have thoroughly been investigated.
Het onderzoek naar twee-dimensionale nanomaterialen is exponentieel gegroeid sinds de realisatie en karaterisatie van grafeen in 2005. Heel wat nieuwe materialen van een enkele atomaire laag dik werden sindsdien theoretisch voorgesteld en experimenteel gerealiseerd, en nieuwe mogelijke structuren worden nog steeds voorgesteld. Om nieuwe en mogelijk betere materialen te vinden voor opto-elektronische toepassingen, ligt het voor de hand om te onderzoeken of drie-dimensionale materialen die nu al voor dergelijke toepassingen gebruikt worden kunnen herschaald worden naar hun twee-dimensionale limiet, om zo hun eigenschappen nog te verbeteren of te tunen. Deze route werd gevolgd voor de group IV elementen, wat geleid heeft tot de ontdekking van siliceen, germaneen, enz. Het is verrassend dat er tot nu toe heel wat minder aandacht besteed is aan de klasse van III-V materialen, zoals InAs, GaAs, ... Enkel de eigenschappen van deze III-V materialen in de grafeen-achtige (vlakke) en siliceen-achtige (verbogen) structuur werd uitvoerig bestudeerd. Het is echter gekend uit de moleculaire chemie dat groep III elementen vlakke sp2-bindingen verkiezen, en groep V elementen sp3 configuraties. Het valt dan ook te verwachten dat deze trends zich opnieuw zullen laten gelden wanneer de drie-dimensionale III-V bulk halfgeleiders gereduceerd worden tot twee dimensies. Het doel van dit project is de echte grondtoestandsstructuren te identificeren van twee-dimensionale III-V materialen en om hun elektronische eigenschappen te onderzoeken op basis van ab-initio berekeningen. Een ander belangrijk onderzoeksdomein dat voortvloeide uit het onderzoek rond grafeen en gerelateerde systemen is dat van de topologische isolatoren en het kwantum spin-Halleffect. De oorsprong van dit effect ligt in een bandinversie, vaak veroorzaakt door een sterke spin-baankoppeling. Daarom zullen we, eens de grondtoestand is gevonden van de twee-dimensionale materialen die Tl of Bi bevatten, hun topologisch karakter bepalen. De werking van de huidige opto-elektronische devices is gebaseerd op de realisatie van heterostructuren, zoals bv. in lasers. Het is dan ook van groot belang om de elektronische eigenschappen te onderzoeken van heterostructuren gebaseerd op de nieuw gevonden twee-dimensionale halfgeleiders. Ten slotte is het ook duidelijk dat dit onderzoek kan uitgebreid worden tot de klasse van II-VI materialen.
  Faculty of Social Scien...  
ii) the impact of processes of devolution and European integration, and iii) the relationship with emerging ecological policy lines. B. The outcome implications of evolutions in minimum income protection : Current research is on the adequacy of active labour market policy, intergenerational income inequalities, the redistributive impact of family policy and the socioeconomic circumstances of migrants.
ONDERZOEKSFOCUS Het CSB-onderzoek richt zich in hoofdzaak op sociale ongelijkheid en verdeling in de welvaartsstaat, met bijzondere aandacht voor de werking en doelmatigheid van sociaal beleid. Bijzondere interesse gaat uit naar i) de wijze waarop het sociaal beleid inspeelt op de (veranderende) socio-economische en demografische context en ii) de impact die het heeft op de socio-economische levensomstandigheden van haar onderscheiden doelgroepen. ONDERZOEKSLIJNEN Het CSB-onderzoek verloopt hoofdzakelijk langs drie belangrijke dimensies. Ten eerste tracht het Centrum inzicht te verwerven in de onderliggende oorzaken en mechanismen van armoede en inkomensongelijkheid. Ten tweede bestudeert het de ontwikkeling van sociaal beleid en de impact ervan op de architectuur van (verschillende types) welvaartsstaten. Ten derde tracht het CSB via haar onderzoek de impact van sociaal beleid op armoede en inkomensongelijkheid te begrijpen en verklaren. Deze drie onderzoekslijnen vormen het bindmiddel voor het onderzoek dat plaatsvindt binnen de onderscheiden onderzoeksdomeinen. ONDERZOEKSTHEMA'S A. De generositeit en adequaatheid van sociale beschermingsprogramma's : Bouwend op haar traditie inzake internationaal vergelijkend onderzoek naar minimale inkomensbescherming (onder meer naar de generositeit ervan) in Europa, legt het CSB zich toe op de studie van i) de evolutie van deze systemen (in termen van generositeit en adequaatheid) binnen de verschillende types van welvaartsstaten, ii) de impact van devolutie en Europeanisering en iii) de relatie met opkomend ecologisch beleid. B. De gevolgen van evoluties op het vlak van minimale inkomensbescherming in termen van uitkomsten : Het huidig onderzoek richt zich op de adequaatheid van actief arbeidsmarktbeleid, de intergenerationele inkomensongelijkheden, het herverdelend effect van gezinsbeleid en de sociaal-economische levensomstandigheden van migranten en op de opkomst van zogenaamde 'nieuwe sociale risico's' en de gevolgen van de huidige economische crisis. C. Armoede en inkomensongelijkheid versus andere indicatoren van sociale uitsluiting : Het CSB legt zich toe op het bestuderen van de wisselwerking tussen inkomensongelijkheid en -armoede, tewerkstelling en andere indicatoren van sociale uitsluiting enerzijds en de adequaatheid van sociaal beleid anderzijds. Het bouwt hiervoor verder op eerder verworven inzichten in de problematische kant van inkomensongelijkheid in rijke welvaartsstaten en de socio-economische de
  Research - University o...  
(i) the interaction between Leishmania and its host cell, the macrophage, (ii) the action mechanism of antimonials, (iii) in vitro resistance of Leishmania to antimonials and (iv) the in vivo treatment failure.
Viscerale leishmaniasis (VL) is een tropische parasitaire aandoening veroorzaakt door infectie met Leishmaina (Leishmania) infantum of Leishmania (Leishmania) donovani die vooral de lever, de milt en het beenmerg aantast. Antimonialen vormen wereldwijd de eerstelijnsbehandeling tegen VL, maar in sommige regio's als het Noord-Oosten van India en de grensstreek met Nepal treedt er ernstig therapiefalen op. Dit therapiefalen werd aangetoond veroorzaakt te zijn door de infecterende parasiet. Deze studie zal bijdragen tot een ruimer inzicht in (i) de relatie tussen Leishmania en zijn gastheercel, de macrofaag, (ii) het werkingsmechanisme van antimonialen, (iii) in vitro resistentie van Leishmania tegen antimonialen en (iv) het in vivo falen van de therapie. Uiteindelijk hopen we een moleculaire merker voor therapiefalen van antimonialen te identificeren zodat het opduiken en de verspreiding van parasieten die daartoe bijdragen efficiënt opgevolgd kan worden, wat van groot belang is voor het tijdig starten en evalueren van controlemaatregelen.
  Research - University o...  
iii) the increasing importance of family policies in reducing the incompatibility between labour force participation and family formation and socio-economic differentials in the uptake of family policies, and
Sinds de jaren 1970 worden België en andere Europese landen geconfronteerd met een baby bust, waarbij de vruchtbaarheid is gedaald onder het vervangingsniveau van 2.1 kinderen per vrouw. Dit project onderzoekt recente trends in relatie- en gezinsvorming in België en tracht in te schatten hoe patronen van gezinsvorming in de nabije toekomst mogelijk zullen evolueren. Vier factoren worden daarbij specifiek onderzocht: i) de toegenomen onderwijs- en arbeidsparticipatie van vrouwen en de recursieve relatie tussen gezinsvorming en de socio-economische positie van vrouwen (en hun partners), ii) de toegenomen diversiteit van huishoudenstypes in Europese landen en het effect van dergelijke leefvormen op trends in vruchtbaarheid, iii) het toegenomen belang van sociaal beleid en gezinsbeleid voor het ondersteunen van de combinatie van gezin en werk en de socio-economische gradient in het gebruik van dergelijke voorzieningen, en iv) de evolutie van patronen van gezinsvorming bij migrantengemeenschappen en de impact van toegenomen migratie op demografische trends in België op geaggregeerd niveau. Voor het onderzoek worden longitudinale gegevens van de Belgische Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid gebruikt om een longitudinaal prospectief panel samen te stellen voor de periode 1998-2010. Dit panel biedt gedetailleerde informatie over de huishoudkenmerken en de socio-economische positie van circa 100.000 vrouwen en hun huishoudleden. Om de representativiteit van het panel doorheen de observatieperiode te garanderen, werden bijkomende steekproeven getrokken onder migranten (en hun huishoudleden) die zich na 1998 in België hebben gevestigd. De gedetailleerde en continue meting van huishoudkenmerken en socio-economische positie biedt een unieke gelegenheid om de recursieve relatie tussen deze factoren en gezinsvorming te onderzoeken (bv. het onderscheid tussen de effecten van de initiële socio-economische positie of leefvorm op de transitie naar ouderschap, en omgekeerd, de effecten die ouderschap vervolgens heeft op de socio-economische positie en huishoudkenmerken van de betrokken individuen). Het project maakt bovendien deel uit van een toonaangevend internationaal netwerk rond het gebruik van administratieve gegevens voor demografisch onderzoek.
  Research - University o...  
(ii) to perform specific simulations to simulate the growth of SWNTs under realistic (PECVD) process conditions on nickel nanocatalysts; (iii) to perform parameter studies that allow us to investigate the effect of the variation of precisely one parameter at a time, in order to determine how we can influence the growth process; and
Enkelwandige koolstof nanobuisjes ("SWNTs") zijn holle buisjes bestaande uit een hexagonaal koolstof netwerk. Dankzij hun unieke eigenschappen zoals extreme sterkte, zeer hoge thermische geleidbaarheid en structuurafhankelijke bandgap bieden zij perspectief op velerlei toepassingen in bv. nanoschaal elektronica, als chemische sensors of als geïnduceerde veld emitters. Dergelijke toepassingen vereisen echter precieze controle over de fundamentele eigenschappen van de SWNTs die momenteel ontbreekt. Met name controle over de chiraliteit van de SWNT, die direct bepalend is voor de bandgap, is hierbij gewenst. Plasma-geassisteerde damp afzetting ("PECVD") wordt gezien als één van de meest veelbelovende technieken om deze controle te realiseren. De onderliggende fundamentele groeimechanismen zijn echter grotendeels onbekend. In dit project wensen we dan ook verscheidene PECVD-processen en –parameters te onderzoeken om inzicht in de groeimechanismen te verkrijgen met het oog op het sturen van de resulterende SWNT eigenschappen. Dit doel wensen wij te bereiken door middel van een state-of-the-art hybride Moleculaire Dynamica / force biased Monte Carlo simulatiemodel, dat op atomaire schaal alle relevante processen in het groeiproces zelf-consistent simuleert. Specifiek plannen wij (i) een optimalisatie van het bestaande simulatiemodel om de benodigde rekentijd te verkorten en uitbreiding van het model naar de simulatie van PECVD-groei; (ii) gerichte simulaties van de groei van SWNTs onder realistische (PECVD-)procesvoorwaarden op nikkel nanokatalysatoren; (iii) parameterstudies die toelaten het effect van de variatie van precies één parameter tegelijk te bestuderen, om zo te bepalen hoe het groeiproces beïnvloed kan worden; en (iv) de ontwikkeling van krachtveldparameters voor de gebruikte interatomaire potentiaal voor Ni/Fe legeringen en de simulatie van de PECVD-groei van SWNTs op Ni/Fe nanokatalysatoren. De innovativiteit van dit project is gelegen in (i) de gebruikte accurate interatomaire potentiaal in combinatie met het gebruikte hybride MD/MC model dat zowel korte als lange tijdsschaaleffecten in rekening brengt; (ii) de studie van SWNT-groei in een PECVD-setup door middel van atomaire simulaties; en (iii) de ontwikkeling van krachtveldparameters voor Ni/Fe en de simulatie van de groei van SWNTs op Ni/Fe nanokatalysatoren. Hoewel dit project erg innovatief is (zowel wat betreft de methodologie als het beoogde doel), denken wij dat dit project zeer haalbaar
  Research - University o...  
(ii) external attacks and (iii) network failures. Internal attacks originate from a device that is already part of the network, caused by malicious (e.g., hackers that take control of a device) or selfish (e.g., users saving their own battery at the cost of others) behaviour.
Het Internet werd original ontwikkeld als een globaal communicatienetwerk dat computers informatie met elkaar laat uitwisselen. In de laatste jaren worden er steeds meer andere types van toestellen, zoals smartphones, met het internet verbonden. Op dit moment bevinden we ons aan de start van een nieuwe revolutie, die het internet der dingen (IoT) wordt genoemd. De visie van het IoT is dat alledaagse huishoudtoestellen, sensoren en andere objecten rechtstreeks met het internet worden verbonden. Hierdoor worden er heel wat nieuwe toepassingen mogelijk, zoals verkeerslichten die met elkaar coördineren om de wachttijd te minimaliseren of het vanop afstand opvolgen van de hartslag van patiënten. Al deze toestellen met het internet verbinden brengt echter heel wat gevaren met zich mee. Kwaadaardige gebruikers kunnen toestellen hacken om private informatie te stelen, of nog erger de controle ervan over te nemen. Om dit te voorkomen, moet het (vaak draadloze) netwerk dat deze toestellen met het internet verbindt, veilig en robuust zijn ten opzichte van cyberaanvallen en falingen. Het doel van dit project is om de beveiliging en robuustheid van draadloze IoT netwerken te verbeteren. Drie types van problemen worden onderzocht: (i) interne aanvallen, (ii) externe aanvallen en (iii) faling van netwerkapparatuur. Interne aanvallen worden uitgevoerd vanop toestellen die reeds onderdeel uitmaken van het netwerk en die bijvoorbeeld zijn overgenomen door een hacker. Externe aanvallen komen van buitenaf, zoals bijvoorbeeld denial-of-service (DoS) aanvallen. Faling van apparatuur worden veroorzaakt door onvrijwillige fouten, zoals bugs in software of defecte hardware.
  Research - University o...  
(ii) are mediated by the interference of these elements with a number of functional osteoblastic parameters (iii) are influenced by the degree of bone turnover (adynamic bone vs. hyperparathyroidism).
Bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie kan de wisselwerking tussen de verminderde nierfunctie enerzijds en de verhoogde blootstelling aan een aantal sporenelementen zoals lanthaan, strontium en aluminium anderzijds, aanleiding geven tot het ontstaan van een mineralisatiedefect. In het kader van dit BOF project zullen we gebruikmakend van zowel in vivo (rattenmodel met chronische nierinsufficiëntie) als in vitro (mineraliserende osteoblastenculturen) setups nagaan in hoeverre de effecten geïnduceerd door hogergenoemde sporenelementen op de botmineralisatie (i) resulteren uit louter fysicochemische, extracellulaire processen (ii) gemedieerd worden door interferentie van deze elementen met een aantal functionele parameters van de osteoblast (iii) beïnvloed worden door de graad van botturnover (adynamic bone vs. hyperparathyroidisme).
  Learning outcomes - Uni...  
48. The bachelor indicates his own limits, limitations or gaps of knowledge and knows how to deal with these (III)
48. De bachelor geeft zijn eigen grenzen, beperkingen of hiaten aan en weet hiermee om te gaan (III)
  Learning outcomes - Uni...  
27. The bachelor reflects on the psychological, social, economic, biological, societal, ethical cultural and religious aspects that influence the patient’s health (III)
27. De bachelor reflecteert over de psychologische, sociale, economische, biologische, maatschappelijke, ethische culturele religieuze aspecten die de gezondheid van de patiënt beïnvloeden (III)
  Learning outcomes - Uni...  
12. The bachelor communicates with the patient during the consultation according to the valid standards of “good practice” (III)
12. De bachelor communiceert tijdens het consult met de patiënt volgens de geldende normen van “good practice” (III)
  Learning outcomes - Uni...  
29. The bachelor does prevention and health promotion with individual patients and the general population (secondary prevention) (III)
29. De bachelor doet aan preventie en gezondheidsbevordering bij de individuele patiënt en de algemene bevolking (secundaire preventie) (III)
  Learning outcomes - Uni...  
15. The bachelor knows and involves the profile and competences of other care providers (III)
15. De bachelor kent en betrekt het profiel en de competenties van andere zorgverstrekkers (III)
  Learning outcomes - Uni...  
28. The bachelor sensitizes the individual patient and the general population in relation to health aspects (primary prevention) (III)
28. De bachelor sensibiliseert de individuele patiënt en de algemene bevolking met betrekking tot gezondheidsaspecten (primaire preventie) (III)
  Learning outcomes - Uni...  
35. The bachelor asks relevant, practice-oriented and scientific questions in relation to patient care (III)
35. De bachelor stelt relevante, praktijkgerichte én wetenschappelijk vragen m.b.t. patiëntenzorg (III)
  Research - University o...  
A phase-III, randomized, single-blind clinical trial to assess the immune memory induced by undecavalent pneumococcal-protein D conjugate (11Pn-PD) vaccine in comparison with Prevenar TM in Belgium.
Een single-blind, gerandomiseerd fase III onderzoek waarbij het immunologisch geheugen opgewekt door het 11-valent pneumokokken-proteïne D (11 Pn-PD) geconjugeerd vaccin wordt vergeleken.
  Learning outcomes - Uni...  
1. The bachelor has insight in required medical knowledge in relation to a clinical problem. He/she applies the taught knowledge (III) and can reason towards a decision (II).
1. De bachelor heeft inzicht in vereiste medische kennis t.a.v. een klinisch probleem. Hij/zij past aangeleerde kennis toe (III) en kan besliskundig redeneren (II)
  Research - University o...  
A phase III double-blind randomised study designed to evaluate the consistency of 3 consecutive production lots of a combined Vi polysaccharide typhoid and inactivated hepatitis A vaccine in healthy volunteers aged 15-50 years.
Een fase III, dubbel blinde, toevallige studie om de consistentie van 3 loten van een gecombineerd tyfus en hepatitis A vaccin te onderzoeken bij gezonde vrijwilligers tussen 15 en 50jaar.
  Learning outcomes - Uni...  
24. The bachelor makes use of information technology to optimize patient care (and functioning of the practice) (patient-related databases) (I) and to stimulate “life long learning” (medical databases) (III)
24. De bachelor maakt gebruik van informatietechnologie om patiëntenzorg (en praktijk functioneren) te optimaliseren (patiëntgerelateerde gegevensbanken) (I) en om “life long learning” te stimuleren (medische gegevensbanken) (III)
  Learning outcomes - Uni...  
11. The bachelor communicates his scientific research clearly, completely and orderly (III)
11. De bachelor communiceert zijn wetenschappelijk opzoekwerk begrijpelijk, volledig en overzichtelijk (III)
  Research - University o...  
A phase III, randomized, single blind study to compare the immune responses induced by SmithKline Beecham Biologicals' undecavalent pneumococcal-protein D conjugate vaccine and by Prevnar TM, when administered to healthy infants, - 8- 16 weeks.
Een single-blind, gerandomiseerde fase III onderzoek waarbij de immuun respons opgewekt door het SmithKline Beecham Biologicals undecavalent pneumokokken-proteïne D geconjugeerd vaccin wordt vergeleken met deze opgewekt door Prevnar - 8-16 weken.
  Research - University o...  
A phase III, single-blinded, randomized, multicentric study to compare the immunogenicity of thiomersal-free 2-dose Engerix TM-B and 3-dose preservative-free Engerix TM-B vaccines in volunteers.
Een gerandomiseerd, enkelblind, multicentrisch fase III onderzoek om de immunogeniciteit, de veiligheid en de reactogeniciteit van het thiomersal-vrij Engerix TM-B vaccin te vergelijken met het bewaarmiddel vrij Engerix TM-B vaccin bij vrijwilligers.
  Research - University o...  
(i) What is the extent of the uses of the relative marking ? (ii) What is the origin and the development of relative marking? (iii) What are the other possible correlates of relative marking in languages that have it?
'Relatieve markering' is de naam voor bepaalde tijdd-en aspectparadigma's die gebruikt worden in zinnen met een focusstructuur (bv. vragene of betrekkelijke bijzinnen) en soms ook in narratieven. Het project viseert een detailstudie van de Chadische talen (vooral Hause) and beoogt een antwoord op de volgende drie vragen: (i) Wat is de omvang van het gebruik van relatieve markering? (ii) Hoe is relatieve marking ontstaan en hoe heeft het systeem zich ontwikkeld? (iii) Waarmee hangt het al of niet voorkomen van relatieve markering samen?
  Learning outcomes - Uni...  
3. The bachelor can execute a consult plan. He/she does a relevant and accurate intake and anamnesis (III). He/she effectively does a physical or another examination (III) and draws up a differential diagnosis
3. De bachelor kan een consultplan uitvoeren. Hij/zij neemt een relevante en accurate intake en anamnese af (III), voert een lichamelijk of ander onderzoek doelmatig uit (III) en stelt een differentiaal diagnose op (II). Hij/zij verzamelt, analyseert en interpreteert doelmatig gegevens (van anamnese, lichamelijk onderzoek, technisch onderzoek) (II). Hij/zij stelt een correcte diagnose (II) en stelt doelmatige (be)handelingen voor (I)
  Learning outcomes - Uni...  
46. The bachelor reflects on his own behavior (III), his own professional attitude: shows the will to provide optimal, ethical and patient-centered medical care (III), attitude and behavior of others and evaluates it for himself
46. De bachelor reflecteert over: eigen gedrag (III), eigen professionele attitude: laat de wil zien om een optimale, ethische en patiëntgecentreerde medische zorg aan te bieden (III), attitude en gedrag van anderen en evalueert dit voor zichzelf (III), juridische implicaties van de patiëntenzorg (patiëntenrechten, beroepsgeheim, DNR-codes, levenseindebegeleiding) (II), professionele, ethische, wettelijke codes (II)
  Learning outcomes - Uni...  
46. The bachelor reflects on his own behavior (III), his own professional attitude: shows the will to provide optimal, ethical and patient-centered medical care (III), attitude and behavior of others and evaluates it for himself
46. De bachelor reflecteert over: eigen gedrag (III), eigen professionele attitude: laat de wil zien om een optimale, ethische en patiëntgecentreerde medische zorg aan te bieden (III), attitude en gedrag van anderen en evalueert dit voor zichzelf (III), juridische implicaties van de patiëntenzorg (patiëntenrechten, beroepsgeheim, DNR-codes, levenseindebegeleiding) (II), professionele, ethische, wettelijke codes (II)
  Learning outcomes - Uni...  
3. The bachelor can execute a consult plan. He/she does a relevant and accurate intake and anamnesis (III). He/she effectively does a physical or another examination (III) and draws up a differential diagnosis
3. De bachelor kan een consultplan uitvoeren. Hij/zij neemt een relevante en accurate intake en anamnese af (III), voert een lichamelijk of ander onderzoek doelmatig uit (III) en stelt een differentiaal diagnose op (II). Hij/zij verzamelt, analyseert en interpreteert doelmatig gegevens (van anamnese, lichamelijk onderzoek, technisch onderzoek) (II). Hij/zij stelt een correcte diagnose (II) en stelt doelmatige (be)handelingen voor (I)
  Learning outcomes - Uni...  
18. The master integrates the following in teamwork: taking and giving responsibility (IV), delegating and organising (III), giving and getting colleague advice (IV), boosting the “chain of care” (increasing the effectiveness of working interdisciplinary)
18. De master integreert het volgende in het werken in een team: nemen en geven van verantwoordelijkheid (IV), delegeren en organiseren (III), geven en krijgen van collegiaal advies (IV), bevorderen van de “chain of care” (verhogen effectiviteit interdisciplinaire werking) (IV), omgaan met inter-professioneel conflict (IV)
  Learning outcomes - Uni...  
(II). He/she describes and analyses his personal learning needs (III) and applies an adequate learning method (III). He/she evaluates his learning results independently or with (professional) peers and adjusts
39. M.b.t. ontwikkeling en opvolging van persoonlijk opleidingsplan kan de bachelor kritisch wetenschappelijk reflecteren op eigen handelen in de praktijk (II). Hij/zij beschrijft en analyseert zijn persoonlijke leerbehoeften (III) en past een adequate leermethode toe (III). Hij/zij evalueert zelfstandig of met (professioneel) gelijken (peers) zijn leerresultaten en stuurt bij (II)
  Learning outcomes - Uni...  
46. The bachelor reflects on his own behavior (III), his own professional attitude: shows the will to provide optimal, ethical and patient-centered medical care (III), attitude and behavior of others and evaluates it for himself
46. De bachelor reflecteert over: eigen gedrag (III), eigen professionele attitude: laat de wil zien om een optimale, ethische en patiëntgecentreerde medische zorg aan te bieden (III), attitude en gedrag van anderen en evalueert dit voor zichzelf (III), juridische implicaties van de patiëntenzorg (patiëntenrechten, beroepsgeheim, DNR-codes, levenseindebegeleiding) (II), professionele, ethische, wettelijke codes (II)
  Research - University o...  
A phase III double blind, randomised, multicentre study to evaluate the safety and consistency of 3 consecutive lots of SmithKline Beecham Biologicals' thiomersal-free Engerix-B vaccine containing 20mcg of HBsAg per 1.0ml dose - 18-40 years.
Een fase III vaccin-onderzoek om de veiligheid, het nevenwerkingsprofiel en de productie-éénvormigheid van 3 thiomersal-vrij hepatitis B vaccinloten te onderzoeken, toegediend intramusculair, bij gezonde volwassenen van 18 tot 40 jaar.
  Learning outcomes - Uni...  
(II). He/she describes and analyses his personal learning needs (III) and applies an adequate learning method (III). He/she evaluates his learning results independently or with (professional) peers and adjusts
39. M.b.t. ontwikkeling en opvolging van persoonlijk opleidingsplan kan de bachelor kritisch wetenschappelijk reflecteren op eigen handelen in de praktijk (II). Hij/zij beschrijft en analyseert zijn persoonlijke leerbehoeften (III) en past een adequate leermethode toe (III). Hij/zij evalueert zelfstandig of met (professioneel) gelijken (peers) zijn leerresultaten en stuurt bij (II)
  Research - University o...  
Two-dimensional exciton relaxation is investigated in III-V semiconductor heterostructures by time-resolved reflectivity, transparancy and photo-luminescence measurements. In a series of AlAs/GaAs resonant tunneling structures, with two or three barriers, and with n-or p-doped contact layers, our interest focuses on tunneling of minority-electrons and -holes, and on fast electro-optic switching.
De relaxatie van tweedimensionale excitoren wordt onderzocht in III-V halfgeleider heterostructuren d.m.v. tijdsgeresolveerde metingen van geïnduceerde reflectiviteit en transparantie en van fotoluminescentie. In een reeks Al/AsGaAs resonante tunnelstructuren; met twee of drie barrières en met n of p gedopeerde contactlagen, gaat onze aandacht uit naar tunneling van minderheidselectronen en holten, en naar snelle elektro-optische schakelfenomenen.
  Research - University o...  
Charge transfer between dye molecules in an organic film and a III/V semiconductor substrate are being studied with ultrafast optical measuring techniques, with special interest in the resulting memory effects.
Ladingsoverdracht tussen kleurstofmoleculen in een organische film en een III/V halfgeleiderstructuur worden met ultrasnelle optische meettechnieken onderzocht met bijzondere interesse voor het resulterend geheugeneffect. De snelheid van ladingsoverdracht en de eventuele omkering ervan, evenals de afhankelijkheid van de eigenschappen van het substraat worden bestudeerd.
  Research - University o...  
(ii) the role of neuroglobin on behavior and circadian rhythm in mice; (iii) the structure/function relation of fish neuroglobin in evolutionary relation to human and mouse neuroglobin; (iv) the interactions of human neuroglobin with other interacting proteins.
Neuroglobine, een zenuw specifiek heemeiwit, bindt reversiebel aan O2, CO en NO en promoot cel overleving in vivo en in vitro na hypoxische en ischemische schade. Het mechanisme van deze neuroprotectie is echter nog niet gekend. Neuroglobine zou een belangrijke rol kunnen spelen tijdens ischemische beroerte en kan beschouwd worden als een doel voor behandeling en/of preventie van neuronale ischemische schade. Neuroglobine beschermt neuronen niet enkel na blootstelling aan globale hypoxie of focale ischemie maar beschermt ook tegen oxidatieve schade en neurodegeneratieve ziekten. Dit suggereert een meer algemeen werkingsmechanisme in tegenstelling tot een bescherming enkel tegen cellulaire hypoxie. In dit project onderzoeken we: (i) de rol van neuroglobine gedurende globale en focale hypoxie/ischemie gebruikmakend van transgene muismodellen (in vivo) en cellen (in vitro) (overexpressie en knock-out modellen); (ii) de rol van neuroglobine op gedrag en dag-nachtritme in muizen; (iii) the structuur/functie relatie van vis neuroglobine in evolutionaire relatie met humaan en muis neuroglobine; (iv) de interacties van humaan neuroglobine met andere eiwitten.
  Research - University o...  
TEM: the guide to improved III-V semiconductors, GaN in particular.
Mechanisme voor biaxiale ordening in dunne lagen , gegroeid door ongebalanceerde magnetron sputtering.
  Research - University o...  
Ultrafast switching and relaxation processes in III/V heterostructures and devices.
Ultra-snelle schakel- en relaxatieprocessen in III/V heterostructuren en devices.
  Research - University o...  
L.P. Boon and postwar literature III.
L.P. Boon en de naoorlogse letteren III
  Research - University o...  
This collection publishes information on the constitutional and political systems of all African states; its presentation is bilingual (English-French) and loose-leaf. Each country report includes: (i) basic data; (ii) political history; (iii) analysis of the constitution; (iv) text of the constitution; (v) bibliography on public law and politics.
Deze uitgave publiceert, in tweetalige (Frans - Engels) versie en losbladig, informatie over de grondwettelijke en politieke systemen van landen van Afrika. Elke landenstudie omvat : (i) basisgegevens; (ii) politieke geschiedenis; (iii) analyse van de grondwet; (iv) de grondwet; (v) een bibliografie over staatsrecht en politiek.
  Research - University o...  
Therefore, we developed a new methodology for the efficient alkynylation of α,α-dichloro aldimines with alkynes in the presence of a catalytic amount of indium(III) triflate giving rise to beta,beta-dichloropropargylic amines in good yields.
Propargylaminen zijn zeer belangrijke bouwstenen voor de organische synthese en fungeren vaak als precursor voor de synthese van andere stikstof-houdende verbindingen zoals allylaminen, pyrrolidinen, oxazolen, pyrrolen en complexe natuurproducten. De ontwikkeling van nieuwe, meer efficiënte synthesen met een grotere functionele groepstolerantie geniet de laaste jaren zeer veel aandacht. De additie van een metaalacetylide aan een imine is één van de meest klassieke wegen naar propargylaminen. Hierbij wordt de relatief hoge aciditeit van het terminale alkyn aangewend om met behulp van een sterke base het metaalacetylide te vormen. Deze sterk basische omstandigheden zijn uiteraard niet compatibel met gefunctionaliseerde iminen, zodat de vorming van het metaalacetylide tot voor kort in een afzonderlijke stap moest gebeuren. Aangezien geen van de „klassieke" transitiemetaal gekatalyseerde alkynyleringen van α,α-dichlooraldiminen tot propargylaminen leidde, werd door ons een methodologie ontwikkeld voor de efficiente alkynylering van α,α-dichlooraldiminen met alkynen in aanwezigheid van een katalytische hoeveelheid In(OTf)3, waarbij β,β-dichloorpropargylaminen bekomen werden in goede rendementen. In dit projectvoorstel zal een uitbreiding van deze In(III)-gekatalyseerde alkynylering uitgewerkt worden waarbij gebruik gemaakt zal worden van niet-enoliseerbare (poly)halogeen aldiminen. In het geval dat In(III) niet de gewenste katalytische activiteit heeft dan zal naar een ander katalytisch systeem gezocht worden. De bekomen gefunctionaliseerde propargylaminen kunnen eventueel, afhankelijk van de stikstofsubstituent, na intramoleculaire nucleofiele substitutie van het omega-halogeen, aanleiding geven tot een grote variëteit aan N-heterocyclische verbindingen. Aangezien bij de 1,2-additie van een alkyn aan het iminen ook een stereogeen C-atoom gevormd wordt zal ook aandacht aan besteed aan de chirale synthese van deze propargyl aminen door toevoegen van chirale lianden aan het katalytische syteem. In een tweede deel zullen in plaats van alkynen, actieve methyleenverbindingen, gekoppeld worden aan de C=N binding met behulp van In(III) katalyse. Op deze wijze zouden nieuwe beta-aminozuren, alfa,beta-diaminozuren en beta-aminoketonen hun intrede doen. In een laatste luik zullen de reeds eerder gesynthetiseerde gehalogeneneerde propartgyl aminen onderworpen worden aan een grondige reactiviteitsstudie.
  Research - University o...  
Therefore, we developed a new methodology for the efficient alkynylation of α,α-dichloro aldimines with alkynes in the presence of a catalytic amount of indium(III) triflate giving rise to beta,beta-dichloropropargylic amines in good yields.
Propargylaminen zijn zeer belangrijke bouwstenen voor de organische synthese en fungeren vaak als precursor voor de synthese van andere stikstof-houdende verbindingen zoals allylaminen, pyrrolidinen, oxazolen, pyrrolen en complexe natuurproducten. De ontwikkeling van nieuwe, meer efficiënte synthesen met een grotere functionele groepstolerantie geniet de laatste jaren zeer veel aandacht. De additie van een metaalacetylide aan een imine is één van de meest klassieke wegen naar propargyl- en allylaminen. Hierbij wordt de relatief hoge aciditeit van het terminale alkyn aangewend om met behulp van een sterke base het metaalacetylide te vormen. Deze sterk basische omstandigheden zijn uiteraard niet compatibel met gefunctionaliseerde iminen, zodat de vorming van het metaalacetylide tot voor kort in een afzonderlijke stap moest gebeuren. Aangezien geen van de „klassieke" transitiemetaal gekatalyseerde alkynyleringen van α,α-dichlooraldiminen tot propargylaminen leidde, werd door ons een methodologie ontwikkeld voor de efficiente alkynylering van α,α-dichlooraldiminen met alkynen in aanwezigheid van een katalytische hoeveelheid In(OTf)3, waarbij β,β-dichloorpropargylaminen bekomen werden in goede rendementen. In dit projectvoorstel zal een grondige uitbreiding van deze In(III)-gekatalyseerde alkynylering uitgewerkt worden waarbij gebruik gemaakt zal worden van niet-enoliseerbare (poly)halogeen aldiminen. In het geval dat In(III) niet de gewenste katalytische activiteit heeft dan zal naar een ander katalytisch systeem gezocht worden. De bekomen gefunctionaliseerde propargyl- en allylaminen kunnen, afhankelijk van de stikstofsubstituent, na intramoleculaire nucleofiele substitutie van het omega-halogeen, aanleiding geven tot een grote variëteit aan N-heterocyclische verbindingen. Aangezien bij de 1,2-additie van een alkyn aan het iminen ook een stereogeen C-atoom gevormd wordt zal ook aandacht besteed worden aan de chirale synthese van deze aminen door toevoegen van chirale liganden aan het katalytische systeem. In een tweede deel zullen in de plaats van alkynen ook actieve methyleenverbindingen gekoppeld worden aan de C=N binding met behulp van In(III) katalyse. Op deze wijze zouden nieuwe beta-aminozuren, alfa,beta-diaminozuren en beta-aminoketonen hun intrede doen. In een laatste luik zullen de reeds eerder gesynthetiseerde gehalogeneneerde propargyl aminen onderworpen worden aan een grondige reactiviteitsstudie.
  Research - University o...  
(I) to provide a short but clear description of the current position of the electricity provision inn order to recognize its strengths and weaknesses; (ii) examine which strategies for electricity provision are available on the medium long term (2005-2010); (iii) evaluation of a few feasible strategies by using pre-decided evaluation criteria.
De dienstverlening heeft als doel (I) een beknopte, maar duidelijke beschrijving te maken van de huidige positie van de elektriciteitsvoorziening om de sterkten en de zwakten ervan te leren kennen; (ii) nagaan welke strategiën voor de elektriciteitsvoorziening open liggen op de middellange termijn (horizon 2005-2010); (iii) evaluatie van een paar plausibele strategiën aan de hand van vooropgezette evaluatiecriteria die de belangen van de betrokken partijen uitdrukken.
  Research - University o...  
Therefore, we developed a new methodology for the efficient alkynylation of α,α-dichloro aldimines with alkynes in the presence of a catalytic amount of indium(III) triflate giving rise to beta,beta-dichloropropargylic amines in good yields.
Propargylaminen zijn zeer belangrijke bouwstenen voor de organische synthese en fungeren vaak als precursor voor de synthese van andere stikstof-houdende verbindingen zoals allylaminen, pyrrolidinen, oxazolen, pyrrolen en complexe natuurproducten. De ontwikkeling van nieuwe, meer efficiënte synthesen met een grotere functionele groepstolerantie geniet de laatste jaren zeer veel aandacht. De additie van een metaalacetylide aan een imine is één van de meest klassieke wegen naar propargyl- en allylaminen. Hierbij wordt de relatief hoge aciditeit van het terminale alkyn aangewend om met behulp van een sterke base het metaalacetylide te vormen. Deze sterk basische omstandigheden zijn uiteraard niet compatibel met gefunctionaliseerde iminen, zodat de vorming van het metaalacetylide tot voor kort in een afzonderlijke stap moest gebeuren. Aangezien geen van de „klassieke" transitiemetaal gekatalyseerde alkynyleringen van α,α-dichlooraldiminen tot propargylaminen leidde, werd door ons een methodologie ontwikkeld voor de efficiente alkynylering van α,α-dichlooraldiminen met alkynen in aanwezigheid van een katalytische hoeveelheid In(OTf)3, waarbij β,β-dichloorpropargylaminen bekomen werden in goede rendementen. In dit projectvoorstel zal een grondige uitbreiding van deze In(III)-gekatalyseerde alkynylering uitgewerkt worden waarbij gebruik gemaakt zal worden van niet-enoliseerbare (poly)halogeen aldiminen. In het geval dat In(III) niet de gewenste katalytische activiteit heeft dan zal naar een ander katalytisch systeem gezocht worden. De bekomen gefunctionaliseerde propargyl- en allylaminen kunnen, afhankelijk van de stikstofsubstituent, na intramoleculaire nucleofiele substitutie van het omega-halogeen, aanleiding geven tot een grote variëteit aan N-heterocyclische verbindingen. Aangezien bij de 1,2-additie van een alkyn aan het iminen ook een stereogeen C-atoom gevormd wordt zal ook aandacht besteed worden aan de chirale synthese van deze aminen door toevoegen van chirale liganden aan het katalytische systeem. In een tweede deel zullen in de plaats van alkynen ook actieve methyleenverbindingen gekoppeld worden aan de C=N binding met behulp van In(III) katalyse. Op deze wijze zouden nieuwe beta-aminozuren, alfa,beta-diaminozuren en beta-aminoketonen hun intrede doen. In een laatste luik zullen de reeds eerder gesynthetiseerde gehalogeneneerde propargyl aminen onderworpen worden aan een grondige reactiviteitsstudie.
1 2 3 4 5 Arrow