|
“Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God Dit is het oordeel, dat het licht in de wereld is gekomen en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht, want hun werken waren boos.”
|
|
A Bibliában azt olvassuk, hogy Isten a poklot az ördögnek és angyalainakkészítette elő (Máté 25:41), és hogy “nem azt akarja, hogy némelyek elvesszenek, hanem azt, hogy mindenki megtérjen." (2 Péter, 3:9), Ő mindent de mindent megtesz, hogy megmentsen bennünket ettől a borzalmas helytől. Ugyanakkor Isten nem fogja megváltoztatni azt a tudatos döntést, ami által akarattal elfordulunk tőle.
|