|
De hoeveelheid zilver per munt veranderde in de tijd, en ook de bedragen (aantallen munten) die in de Lex Frisionum en latere wetboeken werden genoemd varieerden, maar omgerekend kwam het steeds neer op een gewicht van rond de 1,7 kg in zilver (om precies te zijn: 1,560 tot 1,768 kg). Het gewicht ten tijde van de optekening van Lex Frisionum was 1,664 kg (gebaseerd op 1280 zilveren penningen van 1,3 gram)(Henstra, 1999, p. 263 en 285).
|
|
The wergeld was already in use before the Lex Frisionum was written down, and remained so for centuries thereafter. Henstra studied these wergelds and formulated a hypothesis: the wergeld (excluding kin's share) of a free Frisian would, through the centuries, always have been the equivalent of about 1,7 kg silver. The amount of silver per coin changed over time, and also the amounts (numbers of coins) mentioned in the Lex Frisionum and later books of law varied, but after conversion it always came down to a weight of about 1,7 kg in silver (to be precise: 1,560 to 1,768 kg). The weight at the time that Lex Frisionum was drafted, was 1,664 kg (based on 1280 silver pennies of 1,3 gram each)(Henstra, 1999, p 263 and 285).
|